LINKS en NOTEN



Niet alle links op de afzonderlijke pagina's zijn hier opgenomen

Nederlandse (en Belgische) links:

Voedingstartpagina.nl: vele verzamelde sites over voeding
voeding en aandoeningen
Foodlog: Voedingswaardentabel levensmiddelen en dranken NEVO
Rob Fonteine: veel interessante info en links over voeding
Foodlog: veel interessante achtergrondininfo en reacties over voeding
biologische productie (in cache)
Alternatieve Konsumenten Bond
Gezondheidsnet, met veel info
allerlei info over eten
Redelijk uitgebreide info over voedingsstoffen in vele voedingsmiddelen - al is niet alle kennis verwerkt...
Belgische gezondheidsnet, met veel info
Additieven
Aspartaam en andere feiten - verhalen van slachtoffers, onafhankelijk onderzoek
Aspartaam 2005 studie - een van de nieuwe feiten
Stichting Natuurlijk Welzijn nog meer over de schadelijkheid van Aspartaam
Ouders over voeding
Meldpunten netwerk Gezondheid en Milieu voedingskleurstoffen (in cache)
Meldpunten Netwerk Gezondheid en milieu - Geurstoffen en chemische overgevoeligheid (cache) 
Greenpeace - korte bespreking van toxische chemicaliën en verstoorde hersenfuncties
Greenpeace - zeer uitgebreide informatie en onafhankelijk onderzoek naar schadelijke stoffen
Infofyt de site van dr Henk de Valk over gezond leven
Milieudefensie de site van Milieudefensie
Natuur en Milieu samen met Greenpeace en Milieudefensie de grote actievoerders...
Vind Nu Nederlandse zoekmaschine
Kijk: ranzig ABC voor de beginner - zeer uitgebreide informatie en onafhankelijk onderzoek naar schadelijke stoffen
Fooddata: bestanddelen van de belangrijkste voedingsmiddelen
Biotechnologie en andere feiten
De Vee- en Huisdierenvoerindustrie (in cache)
Te vermijden gezondheidsrisico's
Verborgen bronnen vam MSG, waaronder glycol
Mooi zijn, maak je eigen haarlak
'Groene' professionele en huishoudelijke schoonmaakmiddelen
NOS Veevoersector rommelt met veevoer
Forum Propyleenglycol in dierenvoeding (cache)
ME info (3-93, in cache)
Agrarische tips voor Propyleenglycol in dierenvoeding
Lichaamsverzorging zonder vergif maar wel met SLES, al zeggen ze dat niet..
Kunststofproducten in de EEG
Chloorproducten in de EU
Defensie en milieugevaarlijke stoffen (uraniummunitie van de Apache's en kanonnen niet vermeld, cache)
EU en PVC
Meningen van de PVC industrie
Additieven in kunststoffen
Ftalatenonderzoek
Hormonale stoorstoffen in drink- en oppervlaktewater
RIVM: Cadmium Gechloreerde paraffines, een FRDO advies
Koolhydraten en vet inname tijdens aërobe prestaties (cache)
Uitgebreide info over schadelijke stoffen in cosmetica en mogelijke alternatieven
Wat wetenswaardigheden over ingrediënten in cosmetica (Kennislink)
EG Milieuinfo over de kunststofverwerkende industrie en weekmakers (cache)
EU richtlijnen  
EU ontwerp-richtlijnen voor PVC
Veiligheidsinformatie van (di-) ethyleenglycol.
ADHD en voeding
De rol van Lithium en Glutamaat Manie en depressie 
Glutamaat en neurologische afbraak, ALS Prinses Beatrixfonds 
ADHD en voeding De rol van Glutamaat Schade aan zenuwcellen, receptoren 
De rol van Glutamaat en GABA Schade door overmatig drankgebruik 
Gentech en de biologische productieketen SKAL uitgave 
oorzaken van chronische vermoeidheid, ME 
Oorzaken van hoofdpijn (o.a. ook door aspartaam en smaakversterker, keto-acidose)  
Radiostralingsnormen in Nederland over de veel te ruime normen in Nederland.. (van snoedel.nl, cache)
BBC Alcohol is net zo slecht als roken..
Oorzaken van voedselallergie uitgebreide pdf  
Eiwitten fysieke beschrijving aminozuren  
Ziekte van Parkinson, algemeen (cache) o.a. de rol van glutamaat  
Toediening van calciumlactaat het effect van calciumtoediening bij zuigelingen (glutamaattoxiteit) - onder iboprufen 
Epilepsie, GABA, Glutamaat en blindheid. de rol van aminozuren bij epilepsie, gevolgen van medicijngebruik  
Alcoholverslaving, algemeen (cache, van www.fuss.nl) o.a. de rol van glutamaat  
ADHD, algemeen neurotransmitters, behandeling (Blaauw 2002, in cache)  
Zenuwen bedreigingen voor ons zenuwstelsel, nieuwe meetmethoden  
Links ziekten en aandoeningen op jongere leeftijd  
Feiten over roken giftige stoffen in rook  
Vlaamse Tourette vereniging Kruiden, homeopathie en vitaminesupplementen (cache)   
Chivo, het vitaliteitscentrum info over voeding, bewegen en geest  
Alternatieve Konsumenten Bond
Keuringsdienst van Waren (VWA) Schimmelgif in tarweproducten  
Keuringsdienst van Waren (VWA) Cobalt, nikkel en chroom in reinigingsmiddelen  
TNO site van het TNO, met veel nieuwsberichten
Keuringsdienst van Waren / de Voeding en Waren Autoriteit Nog veel meer informatie over risiko's van allerlei consumentenproducten en productieprocessen  
DARE: Nederlands onderzoek op een rijtje
ANW Natuurwetenschap in het Nieuws: een overzicht
Milieu in Nederland milieuvervuiling in Nederland, kritische onderzoeken...
Milieu in Nederland milieuvervuiling in Nederland, kritische onderzoeken...(op deze pagina in cache: afvalhoutverbranding)
Chemiewinkel schadelijke stoffen en milieuvervuiling in Nederland, kritische onderzoeken...
Groen en Geel nieuwsbrief nr 1 over de gevaren van kunststofproductie
Vitamor Vitamor over voeding, gezondheid en milieu
Kankerverwekkende zonnebrandcrème's beter zonnen zonder ?
Milieufraude in Nederland over zware metalenregen, dumpen van afval, ontkenning van feiten door de overheid en meer...
... bijvoorbeeld een slachtoffer aan het woord ...
... en de dubieuze rol van MILIEUDEFENSIE bij houtverduurzaming ...
Milieu, vergiftiging, vervuiling en duurzaamheid een groot aantal links naar info over Nederlands (anti-)milieubeleid
... de Housier Environmental Counceling hierover...
... en een advies aan de Europese Commissie
... en de Universiteit Leuven
... de chemiewetenschap
... ook Greenpeace
... en het Katholiek Nieuwsblad
(op de betreffende pagina's zijn nog veel meer links te vinden)
Ben jij gifvrij ? ... een campagne van samenwerkende milieuorganisaties.
STRALING hoe straling in allerlei vormen tot ons komt... van kernenergie tot vliegas in beton...


Wat buitenlandse LINKS:



De Environmental Health Oragnisation, met veel info over consumptieproducten en gezondheid
De Weston Aprice Foundation, met veel alternatieve info over gezondheid en consumptieproducten
 
o.a. de waarheid over SOJA
Environmental Health Perspectives, met veel wetenschappelijke info over gezondheid en (de productie van) consumptieproducten
New Scientist met veel wetenschappelijke info
Nature online met veel wetenschappelijke info
Science Direct met veel vrij toegankelijke wetenschappelijke info
Royal Society of Chemistry (Perkins) met veel vrij toegankelijke wetenschappelijke info
Geloof het of niet ongecontroleerde chemische belasting in de USA
...
met deze link naar het wetsartikel dat het testen van biologische wapens op burgers mogelijk maakt (zonder dat democratisch naar hun mening gevraagd wordt... in cache)
Veel informatie
Aspartaam, Nutrasweet
Allergie
Allergie gids - informatie van BBC Online 
Gilbert's Syndroom (cache)
Ziekte van Crohn , Colitis (cache) - darmziekten 
Kleurstoffen in voedsel waarom voedingskleurstoffen niet onverdacht zijn
Natuurlijke kleurstoffen;
Zelf lichaamsverzorgingsproducten maken
Acefulsaam-K, wetenschappelijke meningen
Intgrated Risk information System (Environmental Protection Agency)
Eurekalert website: omkeerbaar effect hersendegeneratie door lood
Junkfood en E-nummers
EU aandachtspuntenlijst van milieugevaarlijke pseudohormonen (Towards the establishment of a priority list of substances related to endocrinedisruption )
De gevolgen van petrochemische producten voor het menselijk lichaam samengevat
Genetische Manipulatie
EU rapport over schadelijke geurstoffen
EU rapport over contactallergie en cosmetica
EU richtlijnen cosmetica, biotechnologie en cosmetica
E-nummers, diverse bronnen (Sulman 2003, cache)
E-nummers
E-nummers
E-nummers
Epigenitics? EU site over DNA en RNA veranderingen
ADHD
Anaphylaxis Actie anaphylaxis - informatie 
British Allergy Foundation
- informatie, advies en hulp
British Paediatric Allergy, Immunity and Infection Groups - informatie voor leden 
haal Adem - informatie- en hulpnetwerk voor long- en ademhalingsproblemen 
EFAnet - de European Federation of Asthma and Allergy Associations
www.foodcanmakeyouill.co.uk voedsel kan je ziek maken
www.gpiag-asthma.org vele links en cases voor astma, allergie, eczeem en ademhalingsproblemen
www.asthma.org.uk/kidszone/
Rauwe melk is gezond, gepasteuriseerde niet...
Lactose Intolerance
Veel info over allergie
Healthbulletin: gezondheidsite met veel info
Duitse info over MSG, Aspartaam, fluor en LOODVRIJE BENZINE
Noorse info over kleurstoffen in voedselverpakkingen
Kankerverwekkende stoffenlijst van de IARC updated
Ethyleen verbindingen
Landbouwvergif en genetische Manipulatie: Atrazine en Monsanto
Toxische totaalbelasting (Environmental Quality Commission, in cache)
Synthetische enzymen in schoonmaakmiddelen en shampoo's
P450 enzymen: technische gegevens
WHO: CONCISE INTERNATIONAL CHEMICAL ASSESSMENT DOCUMENTS (CICAD's), 6th meeting
WHO: FACT SHEETS ASSESSMENT DOCUMENTS (CICAD's), 6th meeting
de relatie tussen omgeving, levensstijl en kanker
- Nieuwe pesticiden, een overzicht
Functional food (cache)
NCIRS Weinig relatie tussen Vaccinaties en astma / allergie (cache eurekalert)
www.asthma.org.uk - hulp en onderzoek
www.actionasthma.co.uk
British Dietetic Association  
British Nutrition Foundation
CeRPAM - Centre for Research and Development in Professions Allied to Medicine, South Bank University 
Clinical Nutrition - journal 
Coeliac Disease Resource Centre - guide to coeliac disease  
Health Professions Council
Dietitian Portal - (Brits) National electronic Library for Health
dietsure.com - online diëet analyse
European Journal of Clinical Nutrition - online inhoud
Fighting Fat, Fighting Fit BBC Online 
Food Standards Agency
International Journal of Obesity - online inhoud  
Journal of Human Nutrition and Dietetics 
Voeding - BBC Online 
Nutrition and Metabolism - BMJ verzamelde bronnen 
-- Meer BMJ verzamelde bronnen 
-- Overdosis  
-- Phthalaten in het milieu  
-- Schadelijke stoffen in shampoo's  
-- Lijst van schadelijke stoffen in lichaamsverzorgingsproducten  
-- Toxische Acopalypse  
Endocrine disrupters and people - algemene info over hormonaal werkende stoffen  
Korte inleiding op kunststoffen
Chloorwaterstoffen: de gevolgen van drinkwaterontsmetting
FDA/CFSAN Cosmetics -- Prohibited Ingredients and Related Safety Issues - overheidsinfo over cosmetica-ingrediënten  
Een aantal studies naar schadelijkheid van huishoudelijke producten en cosmetica
Toxic shampoo - info van een kritisch toxicologe over lichaamsverzorgingsproducten. 
Techno Green - alternatieve professionele en huishoudelijke schoonmaakmiddelen  
MSG en koolwaterstoffen - enige effecten van monosodiumglutamaat  
Glutamine Risico's van glutaminesupplementen (MSG, L-Glutamine, vrije glutaminen) 
Glutamine en Glutamaat Het verschil 
National Exposure Report - Lichamelijke belasting door enkele belangrijke gifstoffen, 2e nationale onderzoek in de USA  
Entrez Pubmed - Medisch onderzoek  
Molucular&Medical Pharmacology - Medisch onderzoek naar vele stoffen. veel neurologisch onderzoek, bijv.
    neurologie en verslaving
    nieuwste onderzoek naar neurodegeneratieve aandoeningen
    nieuwste onderzoek naar neurotransmitters en -receivers
    Acetyl-L-Carnitine (ALC) bij de bestrijding van hersen- en zenuwaantasting
NO de vorming en invloed van Stikstofoxide in het lichaam
Entrez Pubmed - Giftigheid van Musk-xyleen komt door reacties met andere stoffen 
P A N - pesticiden database
P A N - (anti-)cacinogene stoffen in sommige voeding
P A N - cacinogene stoffen
OurFood - kritische voedsel database
OSH database site - bijv. alcohol in ondrinkbare consumentenproducten
OAIster database site Vrij toegankelijk internationaal onderzoek
IAQ biologicals - biologische verontreinigingen in de binnenhuisatmosfeer
non toxic housing - niet toxische binnenhuisatmosfeer
indoor airpollution - vreemde ziektes en allergiën door de binnenhuisatmosfeer (bijv door huisstof en aquaria)
Sick Building Syndrome - planten zuiveren de lucht
Drugstore.com - beschrijvingen en online bestellen van supplementen


NOTEN


0- Glutamaat is de voornaamste neurotransmitter in het centrale zenuwstelsel.
Dit aminozuur bindt aan verschillende types van ligand-geactiveerde ionenkanalen en dit leidt via depolarisering van de cel tot neuronale excitatie.
Bij de normale synaptische signaaloverdracht is de activering van de excitatorische receptoren een tijdelijk fenomeen.
Indien echter, om welke reden dan ook, de receptoren te sterk of te lang worden geactiveerd dan kan dit leiden tot beschadiging van deze neuronen waarna ze eventueel afsterven.
Dit proces wordt excitotoxiciteit genoemd en een verhoging van de intracellulaire calciumconcentratie speelt hierbij meestal een cruciale rol.
Verstoring van het neuronale energiemetabolisme kan daarnaast bijdragen tot het meer gevoelig maken van neuronen voor excitotoxiciteit.
Het excitotoxiciteitsprincipe is experimenteel zeer uitgebreid bestudeerd en dit zowel in vitro als in vivo. Een belangrijke rol wordt toegeschreven aan excitotoxiciteit zowel bij het ontstaan als bij de progressie van een aantal neurodegeneratieve aandoeningen.

Hieruit is de hoop ontstaan dat stoffen die interfereren met de glutamaat-gemedieerde signaaloverdracht een rol zouden kunnen spelen bij de behandeling van deze aandoeningen.Dit speelt niet bij schizofrenie, bij de ziekte van Alzheimer, Parkinson, ALS, CVA, en andere neurotische aandoeningen een rol.Begrip van de glutaminerge transmissie is noodzakelijk.

Glutaminerge neurotransmissie
Het aminozuur glutaminezuur of glutamaat wordt gesynthetiseerd van glutamine in de mitochondrieen door het enzym glutaminase. Het wordt in synapsen opgeslagen en bij neurotransmissie hieruit losgelaten.
Glutamine zit ook in glia-cellen die naast neuronen zitten, deze glia-cellen helpen de neuronen structureel en metabool.
In het geval van glutamaat neuronen kunnen de ernaast gelegen glia-cellen glutamine leveren voor de productie van glutamaat.
Dit wordt gemaakt door het enzym glutamine-synthetase in de glia-cellen.
Hierna wordt de glutamine getransporteerd naar de neuronen voor conversie in glutamaat en toepassing als neurotransmitter.
Het effect van glutamaat stopt niet door afbraak maar door verwijdering door een tweetal pompen.

De eerste is een presynaptische glutamaat pomp zoals die bij de andere neurotransmitters, de tweede zit op de glia-cellen en verwijdert glutamaat van de synaps.
Er bestaan meerdere glutamaat receptoren voor excitotoxiciteit.
De NMDA (N-methyl-d-aspartaat) receptor is van belang. Het NMDA glutamaat-calcium receptor-complex heeft meerdere receptoren rond het ion kanaal: voor glycine, polyamines, zink.
De NMDA receptor medieert normale excitatoire neurotransmissie, bij excitotoxiciteit loopt de excitatie uit de hand leidend tot cel dood, dood van de neuron waar de receptor zich bevind.
Door de toegenomen excitatie blijven de calcium kanalen open staan, waardoor er teveel calcium in kan, dat stimuleert intracellulaire cel enzymen die weer gevaarlijke vrije radicalen vormen.
Teveel vrije radicalen is toxisch voor membranen en organellen leidend tot celdood.

Experimentele therapeutische opties:
Het zou kunnen dat blokkers van de NMDA receptor of de andere receptoren in dit complex zoals de glycine receptor, neuroprotectief zijn.
Blokkers zijn al getest bij dieren en worden onderzocht bij mensen met de ziekte van Alzheimer, schizofrenie en CVA.
Middelen tegen vrije radicalen worden onderzocht, deze middelen zuigen de vrije radicalen weg en daardoor kunnen zij verwijdert worden.
Een zwakke bestrijder van vrije radicalen is vitamine E, onderzocht bij de ziekte van Parkinson en Tardieve-dyskinesie.

Hoe ontstaat een verhoogde BBBP? Een verhoogde BBBP kan al worden veroorzaakt door een eenvoudig griepje. Bij een griep komen er cytokines (inter cellulaire signaalstoffen) IL-1, IL-2 en TNF-a vrij.
Deze stoffen zijn in staat de BBB te “verweken” waardoor er schadelijke stoffen vanuit de bloedbaan in de hersenen terecht kunnen komen.
Hierbij wordt het, door de hersenen bestuurde, transportsysteem van de BBB gepasseerd.
De vermoeidheid die bij griep optreedt is dan ook grotendeels te wijten aan deze verhoogde BBBP.

Maar een verhoogde BBBP kan ook worden veroorzaakt door: stresssituaties, langdurige blootstelling aan lage concentraties gifstoffen en NMDA receptor hyperactiviteit (door verhoogde hoeveelheid glutamaat).
de verstoring van de balans tussen exciterende neurotransmitters (met name glutamaat) en inhiberende neurotransmitters (met name gamma-aminoboterzuur, GABA). GABA wordt gesynthetiseerd uit glutamaat door de activiteit van glutaminezuur decarboxylase (GAD) in de presynaptische zenuw uiteinde. Het wordt vervolgens omgezet door GABA-aminotransferase (GABA-T) in glutamaat en succinaatsemialdehyde.

Volgens onderzoek van het US National Institute of Mental Health in Bethesda, USA, blijkt lithium neuronen te beschermen tegen de toxische effecten van glutamaat.

De NMDA-receptor, ondergaat functionele veranderingen door voortgezette behandeling met lithium.
Afremming van de NMDA-receptor beïnvloedt de heropname van de neurotransmitter glutamaat, waardoor te hoge concentraties van dit aminozuur in de neuronen ontstaan.
In proeven met muizen en apen blijkt de heropname van glutamaat binnen nauwe grenzen door de aanwezigheid van lithium te worden gestabiliseerd.
Dit zou het matigend effect van lithium op aandoeningen zoals manische depresiviteit kunnen verklaren.
Mogelijkerwijs zijn te hoge concentraties van glutamaat in de hersenen ook betrokken bij neurodegeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer.
Toekomstig onderzoek moet uitmaken of lithium voor deze patiënten van nut kan zijn.

Een nieuw en effectiever lijkend medicijn is Memantine (Amenda), dat abnormale activiteit van glutamaat blokkert, zonder negatieve effecten op de synaptische receptoren Lipton e.a. 08-2010


Transient receptor potential M3 channels are ionotropic steroid receptors in pancreatic cells, Nature online 2008 - Thomas F.J. Wagner, Sabine Loch, Sachar Lambert, Isabelle Straub, Stefanie Mannebach, Ilka Mathar, Martina Düfer, Annette Lis, Veit Flockerzi, Stephan E. Philipp & Johannes Oberwinkler
--------------------------------------------------------------------------------
AbstractTransient receptor potential (TRP) cation channels are renowned for their ability to sense diverse chemical stimuli. Still, for many members of this large and heterogeneous protein family it is unclear how their activity is regulated and whether they are influenced by endogenous substances.
On the other hand, steroidal compounds are increasingly recognized to have rapid effects on membrane surface receptors that often have not been identified at the molecular level.
We show here that TRPM3, a divalent-permeable cation channel, is rapidly and reversibly activated by extracellular pregnenolone sulphate, a neuroactive steroid. We show that pregnenolone sulphate activates endogenous TRPM3 channels in insulin-producing cells.
Application of pregnenolone sulphate led to a rapid calcium influx and enhanced insulin secretion from pancreatic islets.
Our results establish that TRPM3 is an essential component of an ionotropic steroid receptor enabling unanticipated crosstalk between steroidal and insulin-signalling endocrine systems.

1- Eicosapentaeenzuur (EPA) en docasahexaeenzuur (DHA) zijn meervoudig onverzadigde vetzuren die vooral voorkomen in visolie. EPA en DHA remmen de synthese van prostaglandines (PG) en leukotriënen (LT) uit arachidonzuur (nl. PGE2 en LTB4) en vormen een substraat voor de synthese van PG en LT met een verminderde ontstekingsactiviteit (nl. PGE3 en LTB5). De verschuiving in synthese van PG en LT alsook het remmende effect van EPA en DHA op het interleukine-1b en de tumornecrosis-factor-a kunnen ziekteprocessen gunstig beïnvloeden.
Het effect van visoliesuppletie is voornamelijk bestudeerd bij patiënten met colitis, maar de resultaten zijn niet eenduidig. Verschillen in visoliedosering, studiedesign en de gemeten resultaatparameters kunnen de tegenstrijdige resultaten wellicht verklaren.
. Een belangrijk aspect bij visoliesuppletie is de toename van de lipidenperoxidatie. Meervoudig onverzadigde vetzuren zijn immers gevoelig voor een aanval van vrije radicalen. Het toedienen van extra antioxidanten kan deze negatieve effecten van visolie eventueel ongedaan maken. Meer onderzoek naar de therapeutische rol van visolie is noodzakelijk.

2 - White, Lon R et al, "Brain aging and midlife tofu consumption", ", J Am College of Nutrition 19/2 (2000) 242-55

3- In het menselijk lichaam zijn er 2 soorten antioxidanten aanwezig. Enerzijds zijn er antioxidantenzymen zoals glutathion-peroxidase, superoxide-dismutase en catalase. Zij gebruiken selenium, zink en koper als cofactoren voor hun biologische werking. Anderzijds zijn er niet-enzymatische antioxidanten zoals vitamine E, vitamine C, carotenoïden (provitamine A), selenium, zink, flavonoïden, glutathion, urinezuur en taurine.
Onder normale omstandigheden is er in het lichaam een evenwicht tussen de productie van oxidanten en antioxidanten. Theoretisch zou een te grote hoeveelheid antioxidanten onze afweer kunnen verzwakken - het 'wapen' tegen vreemde cellen betaat o.m. uit oxidanten. Zie ook noot 5.

4 - Dierstudies tonen aan dat lichaamseigen bacteriën een significante rol spelen bij het ontstaan en het voortbestaan van ontstekingen, en zo ook bij kanker.
Probiotoca blijken deze wildgroei deels te kunnen doorbreken, en niet alleen in de darmen. Probiotica zijn levende micro-organismen waarvan reeds jaren bekend is dat zij nuttig kunnen zijn bij de behandeling en de preventie van een acute infectieuze diarree.
Welke rol welke probiotica kunnen spelen wordt pas sinds kort onderzocht. Dierexperimenten laten zien dat verschillende stammen, zoals Lactobaccilli en Bifidobacteriën, de inflammatie in diermodellen kunnen doen verminderen.
De mechanismen zijn nog onduidelijk maar in vitro-studies hebben aangetoond dat probiotica mogelijk het immuunsysteem kunnen beïnvloeden door activatie van macrofagen en “natural killer”-cellen, door proliferatie van lymfocyten en een toename van de secretoire IgA-productie.
Het is eveneens bekend dat bepaalde Lactobaccilli-stammen zich aan de darmmucosa kunnen hechten waardoor zij de aanhechting van pathogene bacteriën verhinderen. De resultaten naar het efekt van probiotica zijn bemoedigend, maar bevestigen ook de stam-specifieke variatie van probiotica. Een mix is aan te bevelen.

5- Vitamine C wordt beschouwd als een belangrijke stof in de afweer tegen virussen. Het blijkt dan ook, dat vitamine C in staat is om de mitosecapaciteit van bepaalde virussen significant te remmen (Reddy 2001) en de apoptose van gevormde antilichamen die cytokinen blijven produceren stimuleert. Juist dit laatste effect, bewerkstelligd door vitamine C bij virale infecties, blijkt de belangrijkste reden te zijn voor de afname van CV bij patienten die met hoge dosis vitamine C behandelt worden. Het werkingsmechanisme waarop vitamine C invloed uitoefent op apoptose van de antilichamen (en op kankercellen die veroorzaakt worden door een virus) berust waarschijnlijk op zijn stabiliserende effect op het p53 proteine (death protein), op verhoogde expressie van Bax (apoptose cascade stimulator) en op de verlaging van de expressie van Bcl-2 (anti-apoptose proteine). Celzelfmoord is dan het gevolg.
Er zijn aanwijzingen, dat megadosis Vitamine C (>1000mg ineens) tot darmcelwandschade leiden, maar hoge dosis van 500 mg kunnen aanbevolen worden bij een virusinfectie, in 'time-released' tabletten die aangevuld zijn met natuurlijke flavonoïden en Vitamine E.

6- MSG en glutamine blijken op velerlei terreinen actief te zijn, en worden steeds meer onderzocht. Een aantal mensen blijken de volgende verschijnselen te hebben na het eten van voedsel met MSG (binnen een uur tot een dag): toegenomen honger en prikkelbaarheid of stress, gewichtsvermeerdering, vermoeidheid en motivatiegebrek, vochtopeenhoping. Vochtopeenhoping is meestal na 2 dagen verdwenen, maar de gewichtstoename door het meer eten blijft. Niet vreemd als je bedenkt, dat MSG door onderzoekers gebruikt wordt, om proefdieren snel vet te krijgen.
Van het spreekwoordelijke 'Chinese Restaurant Syndroom' is nooit bewezen, dat dit door MSG alléén komt. De combinatie met veel eiwitten en mogelijk (andere) allergene stoffen geeft het uiteindelijke KO effect.
Dit heeft alles te maken met het feit, dat Glutamaat een neurotransmitter is, die een 'lekker' effect geeft in de hersenen. Hoge glutamaatniveaus in de hersenen komen ook voor bij drugs- en alcoholverslaafden. Dit betekent, dat MSG mensen verslaafd kan maken aan bepaalde producten, zoals 'cup of soup'. 'Junkfood' in de ware zins des woords.
Overigens, 'zonder MSG' wil nog niets zeggen, glutamaat wordt in de maag glutamine.
Glutamine kan via omzetting naar glutamaat een precursor zijn voor glutathion, een belangrijk antioxidant in het menselijk lichaam. Ook is glutamine nodig als 'brandstof'voor de lichaamscellen. Hoge glutamineniveaus stimuleren de aanmaak van GroeiHormoon.
In bepaalde gevallen zou glutaminesuppletie dan ook zinvol kunnen zijn, maar de gevaren van 'overkill' zijn reëel:
Glutamaat is noodzakelijk als neurotransmitter, maar ook om de ammonia in ons bloed af te breken. Ingeval van hogere ammoniagehaltes, zoals bij lever/nieraandoeningen, of bij toxische belasting van de lever en nieren door schadelijke stoffen - hier ligt de link naar schadelijke voedingsadditieven, lichaams'verzorgings'producten - onstaan er als natuurlijke reactie verhoogde glutamaatniveaus in de hersenen, om de schadelijke ammonia af te breken. Deze verhoogde glutamaatniveaus leiden tot 'overstressing' van de neuroreceptoren, waardoor deze onherstelbare schade oplopen (het glutamaat kan, na zijn prikkel aan de receptor gegeven te hebben, niet snel genoeg weggevangen worden door de 'gliacellen'). Ook de PH is van invloed op dit proces, wat verklaart waarom sommige personen gevoeliger zijn voor MSG, dan anderen. Maar of dit betekent dat zure (melk)producten hierom aanbevolen/afgeraden moeten worden, is nog onduidelijk.
Glutamaat wordt ook in verband gebracht met neurale ziekten als Parkinson, omdat de eiwitplaques in de hersenen van Alzheimerpatienten voor een groot deel uit glutamaat, of peptiden daarvan, bestaan.
Te hoge glutamaatniveaus onttrekken calcium aan de hersen-en zenuwcellen, waardoor deze verschrompelen of afsterven.

In Soyasauzen en Maggi zit tot 20% vrije glutamine, in pakjessoep en kant-en-klare maaltijden minstens 2 % MSG, dat betekent dat een fanatiek soep, ketjap en maggiblokjes-gebruiker al snel op een dosis zit, die in hele grammen gemeten kan worden. Daarbij komt nog eens, dat deze 'natuurlijke' producten ook door andere eiwitten, onstaan door gisting, of door soya, allergische reacties kunnen oproepen.



TOP


7 Biochemische mechanismen van ischemische neuronale celdood J. Castillo, Spanje
Neuroprotectie richt zich op het in leven houden van hersencellen in de zogenaamde penumbra van een infarct. Het bestaan van een penumbra is aangetoond met PET en DWI-MRI. De ischemie in de penumbra veroorzaakt in de hersencellen een uitgebreide cascade van reacties. Stoffen zoals glutamaat, glycine, arginine en zuurstofradicalen spelen in deze cascade een belangrijke rol. Er bestaat een correlatie tussen glutamaat release en de activiteit van zuurstofradicalen. Als de arteria cerebri media experimenteel wordt afgesloten, stijgende glutamaat- en glycinespiegels sterk. Glutamaat veroorzaakt neuronale celdood. Ook bij patiënten met een beroerte heeft men een correlatie gevonden tussen de concentratie van glutamaat in het serum en in de liquor. Bij patiënten met een progressieve stroke is de glutamaatconcentratie in plasma en liquor driemaal zo hoog als bij patiënten met een niet-progressive stroke.
Ook de glycineconcentratie is verhoogd, maar in mindere mate. Stoffen zoals glutamaat en glycine zijn in de eerste uren na het herseninfarct geassocieerd met voortschrijdende neurologische achteruitgang. Deze kennis is van belang voor verder onderzoek naar neuroprotectieve stoffen.


8- De controverse rondom ASPARTAAM - het synthetische zoetmiddel van MONSANTO - laait weer op. Al zal de consument daar in de supermarkt niets van merken. Het groeiende assortiment voedingswaren dat aspartaam bevat doet zelfs vermoeden dat het om een geaccepteerd en veilig toevoegsel gaat.
EEN HISTORISCH OVERZICHT
De geschiedenis van de zoetstof is echter een klassiek voorbeeld van omkoperij, machtsmisbruik en onderzoeksfraude. Eind 1965 was aspartaam de toevallige ontdekking van de wetenschapper James Schlatter van het Amerikaanse chemische bedrijf G.D. Searle. Pas in 1969 werd aspartaam - wat bestaat uit 40% asparaginezuur, 50% fenylalanine en 10% methanol - bekend gemaakt als de zoetstof die 200 maal zoeter was dan gewone suiker. Searle's ogen waren in dollartekens veranderd.
In Amerika beslist de FDA (Food and Drugs Administration) - de Keuringsdienst van Waren - of een voedingsmiddel, medicijn of cosmetica op de markt verkocht mag worden. G.D. Searle's interne memo onthulde de houding die men destijds had:
"Tijdens deze ontmoeting [met FDA ambtenaren] is de fundamentele handelswijze van onze benadering om ze zover te krijgen dat ze 'ja' zeggen. We gaan eerst de dingen opnoemen waarvan we weten dat ze ze met 'ja' gaan beantwoorden, ook al moeten we dingen erin gooien die niet belangrijk voor ons zijn. Gewoon om ze in een ja-stemming te brengen. We moeten met hen een bevestigende sfeer creëren. Dit brengt hen in een onbewuste stemming van deelneming."

G.D. Searle liet de biochemicus Dr. Harry Waisman in 1970 onderzoek doen op apen. Eén aap was na 300 dagen gestorven, bij 5 andere veroorzaakte aspartaam opgelost in melk zware epileptische aanvallen. (Dr. Waisman had nooit zijn studie af kunnen maken omdat hij onverwachts in maart 1971 was overleden.) De neuropatholoog en psychiater Dr. John W. Olney liet G.D. Searle weten dat asparaginezuur gaten veroorzaakten in de hersens van muizen. Vooral de combinatie met de smaakversterker Monosodium Glutamaat deed bij kinderen het risico op hersentumors vergroten. Searle verwijderde deze resultaten uit hun presentatie van 150 testrapporten aan de FDA. Dr. Martha Freeman van de FDA kwam tot de conclusie dat de ingeleverde data niet voldoende was om potentiële vergiftigingsverschijnselen van aspartaam goed te onderzoeken. Ze bekritiseerde met name de studies die met één dosering waren uitgevoerd. (Sinds 1973 heeft G.D. Searle de wetenschappelijke gemeenschap bedolven met zulke studies.) Haar advies aan de FDA-commissie was dat zolang Searle de veiligheid niet kon garanderen, het van de markt moest worden gehouden. Haar advies werd genegeerd.

Op 26 juli 1974 liet de FDA een beperkte verkoop van aspartaam toe ondanks het feit dat verschillende FDA ambtenaren serieuze tekortkomingen hadden gesignaleerd. Voordat het in augustus op de markt verscheen, tekende Olney samen met de consumentenadvocaat James Turner officieel bezwaar aan omdat ze ervan overtuigd waren dat aspartaam hersenschade veroorzaakte.

In juli 1975 benoemde FDA directeur Dr. Alexander Schmidt een speciale werkgroep om de 25 voornaamste onderzoeken van Flagyl, Aldactone, Norpace en het zoetmiddel aspartaam nader te bekijken. De werkgroep werd geleid door FDA's hoofdonderzoeker Philip Brodsky en FDA toxicoloog Dr. Adrian Gross. De uitkomst van hun onderzoek was alarmerend. Brodsky meende dat hij zelfs nog nooit eerder zulke slechte studies als die van G.D. Searle had gezien en voegde eraan toe dat sommige leden van de werkgroep de meest ervaren onderzoekers waren. Hij schaamde zich zelfs dat zulk werk naar de FDA was gestuurd.

Op 5 december 1975 schortte de FDA de beslissing voor de goedkeuring van aspartaam op ten gevolge van de voorlopige conclusies van de werkgroep.
G.D. Searle had toen al 19,7 miljoen dollar geïnvesteerd in een onafgebouwde fabriek in Augusta, Georgia samen met een aspartaam inventaris van 9,2 miljoen.
In juli besloot de FDA om 15 aspartaamstudies waarin de werkgroep problemen had ontdekt nader te onderzoeken. Drie daarvan werden onderzocht door een werkgroep van vijf, geleid door Jerome Bressler. G.D. Searle wist de FDA ervan te overtuigen om de resterende 12 studies te laten onderzoeken door een privéonderneming, University Associated for Education in Pathology (UAREP) en ontving van de FDA 500 000 dollar.

Op 10 januari 1977 liet de nieuwe hoofddirecteur van de FDA Richard Merril aan procureur Samuel Skinner weten een gerechtelijk onderzoek te willen starten naar G.D. Searle. De beschuldigingen waren het bewust vervalsen en verbergen van studieresultaten inzake de veiligheid van aspartaam. Eind januari hadden Skinner en Searle's advocatenkantoor Sidley & Austin een bijeenkomst nog voordat een jury bijeen was geroepen. In een vertrouwelijke memo van 8 maart liet hij zijn medewerkers weten dat hij inmiddels was begonnen met onderhandelingen om te gaan werken bij Sidley & Austin. Vier maanden later werd dat een feit. (In 1991 werd Skinner stafchef in Bush's Witte Huis nadat hij Minister voor Verkeer en Waterstaat was geweest.) Zijn opvolger Thomas Sullivan en zijn assistent William Conlon lieten de zaak te lang op zich wachten en de verjaringstermijn liep af. Conlon accepteerde in 1979 een baan bij Sidley & Austin.

In augustus 1977, werd het 'Bressler-rapport' vrijgegeven. Opnieuw was de conclusie dat er grove fouten waren gemaakt. Bressler zei zelf: 'De studie is hoogst twijfelachtig. Waarom heeft Searle het niet beter bekeken wetende dat de hele maatschappij toegang heeft tot dit product?' Enkele voorbeelden van tekortkomingen uit het rapport vermeldden dat in één studie van Searle 98 van de 196 dieren waren overleden waarvan de lijkschouwing tot soms een jaar op zich liet wachten. Er was geen documentatie van de oorsprong of de leeftijd van de dieren. Andere studies zaten vol met fouten en tegenstrijdigheden. Zo waren er dieren gestorven en miraculeus weer tot leven gebracht. In één experiment waren 15 foetussen verdwenen.

Meteen benoemde directeur Howard R. Roberts van het FDA's 'Bureau of Food' een werkgroep van het 'Center for Food Safety and Applied Nutrition' (CFSAN) om het Bressler rapport te herzien. (Roberts verliet in 1978 de FDA om vice-directeur van de 'National Soft Drink Association' te worden.) FDA toxicoloog Jacqueline Verrett leidde de werkgroep. Op 28 september 1977 ontving Roberts het eindresultaat waarin stond dat het Bressler rapport authentiek was, al werden de resultaten gebagatelliseerd. Na het verlaten van de FDA, vertelde Jacqueline Verrett over haar frustraties destijds: "Het is overduidelijk dat ergens het allemaal werd vergoelijkt. Ik heb serieus gedacht om gewoon uit de werkgroep te stappen."

Ondertussen stelde G.D. Searle een nieuwe president-commissaris aan, Donald Rumsfeld, voormalig lid van het Congres en ex-stafchef in de Gerald Ford regering. James Turner maakte de opmerking dat Searle ervan overtuigd was dat toestemming om aspartaam op de markt te krijgen, meer een politiek dan een wetenschappelijk probleem was. (Rumsfeld is nu Minister van Defensie in de Bush-regering, een positie die hij eerder bezette onder president Ford. Ook stond hij aan het hoofd van Bob Dole's presidentiële verkiezingscampagne in 1996.)

Eind 1978 leverde de UAREP hun analyse van de 12 resterende studies in. Deze vond dat er niets mis was met de originele data. (De directeur van de UAREP gaf later in een interview aan dat hun pathologen geen uitgebreid onderzoek hadden gedaan maar alleen dia's van dierlijk weefsel hadden bekeken.) FDA Toxicoloog Adrian Gross ontdekte dat de UAREP pathologen negatieve resultaten hadden gemist of achterwege gelaten. Sommige dia's waren verdwenen ofschoon ze door het FDA waren verzegeld.

In maart 1979 accepteerde de FDA om de één of andere reden Searle's studies en besloten om de 'Public Board of Inquiry' (PBOI) - openbaar onderzoeksbestuur - bijeen te roepen waar Dr. Olney en James Turner meer dan vier jaar eerder om hadden gevraagd.
Dr. John Olney, G.D. Searle, en het FDA's 'Bureau of Foods' mochten ieder drie wetenschappers nomineren. Waarnemend FDA directeur Sherwin Gardner (die later dat jaar vice-directeur van 'Grocery Manufacturers of America, Inc.' werd) selecteerde er één uit elke groep voor het PBOI panel. De FDA vertelde hen zich alleen op aspartaam in droog voedsel te concentreren. Het panel besliste uiteindelijk unaniem om het gebruik van aspartaam niet toe te laten totdat aanvullend onderzoek werd verricht naar aspartaams potentiële oorzaak van hersentumors. De PBOI was in het bijzonder bezorgd over experiment E33/34 waar 320 ratten aspartaam kregen toegediend en veel meer dieren tumors ontwikkelden dan die in de controlegroep. Bovendien zette de PBOI ook grote twijfels bij experiment E70 waarbij aan 80 ratten aspartaam was gevoerd. Zowel de aspartaamgroep als de controlegroep lieten een ongewoon hoog aantal tumors zien waarvan men vermoedde dat eigenlijk beide groepen aspartaam hadden gekregen.

Op 21 januari 1981, één dag nadat Ronald Reagan als president werd beëdigd, vroeg G.D. Searle opnieuw goedkeuring aan voor aspartaam. Deze keer voorzien van tien nieuwe studies.
In maart 1981 werd een 5-tellend panel wetenschappers opgericht door FDA directeur Jere Goyan om te resultaten van de PBOI te bekijken.
In april 1981 liet Ronald Reagan Goyan vervangen door Arthur Hull Hayes, Jr. die zich nog in de jaren zestig bezig hield met de ontwikkeling van chemische wapens.
Op 18 mei 1981, maakten drie van de vijf panelleden hun bezorgdheid over aspartaam kenbaar aan de paneljurist Joseph Levitt. Eén panellid vond de data over hersentumors in een studie zo zorgwekkend dat hij aspartaam niet kon goedkeuren. In een andere studie meende hij dat de belangrijkste informatie was veranderd. Drie van de vijf waren tegen goedkeuring van aspartaam en Hayes bracht een zesde man binnen, Barry Rosloff. Levitt vond dat hij de 3-3 stand moest doorbreken en tekende onder bezwaar van anderen goedkeuring aan. Op 18 juli 1981 werd aspartaam door FDA directeur Hayes goedgekeurd ondanks de bezwaren.

Op 15 oktober vroeg Searle de FDA om toestemming om aspartaam in frisdranken en kindervitaminen toe te voegen. Na nauwe samenwerking met Hayes gaf waarnemend FDA directeur Mark Novitch in 1983 toestemming voor koolzuurhoudende frisdranken en de FDA verhoogde de 'Acceptable Daily Intake' (ADI) van aspartaam van 20 mg/kg tot 50 mg/kg. Kort daarna verliet Hayes onder beschuldigingen van ongeschiktheid de FDA en nam onder andere een positie als consulent aan tegen een lucratief honorarium van $1000 per dag bij G.D. Searle's PR-bedrijf Burson-Marsteller.

In Arizona tekende Dr. Woodrow Monte (Directeur van het Science and Nutrition Laboratory aan de staatsuniversiteit in Arizona) op 8 juli 1983 protest aan en diende een verzoekschrift in bij zowel het 'Arizona Department of Health Services (DHS)' als de FDA om aspartaam te verbieden. Hij maakte zich met name ongerust over langdurige opname van methanol. Onderzoek van de DHS liet zien dat aspartaam in koolzuurhoudende frisdranken onder andere wordt afgebroken tot zuivere methanol. Het stelde hen dermate ongerust dat ze een verbod van aspartaam overwogen. Ook James Turner diende diezelfde dag een verzoekschrift in bij de FDA tegen goedkeuring van aspartaam. De FDA ging niet op dat verzoek in omdat 'het algemeen belang dat niet noodzakelijk vond'.

Op 17 februari 1984 weigerde de FDA Dr. Monte en James Turner de mogelijkheid om een hoorzitting over de veiligheid van aspartaam te houden.

G.D. Searle stuurde een aantal lobbyisten naar Arizona inclusief Andrew Herwitz, de voormalige stafchef van de gouverneur in Arizona. Tussen 23 augustus en 21 september 1984 droegen G.D. Searle medewerkers bij aan de campagne van de politicus Burton Barr in Arizona. Het Herverkiezingcomité voor Barr gaf vervolgens campagne-geld aan verscheidene volksvertegenwoordigers (Don Aldridge, Karen Mills, Jan Breuer) die uiteindelijk allemaal stemden aan de kant van G.D. Searle. Dr. Woodrow Monte's verzoek voor een hoorzitting betreffende een verbod op aspartaam werd vervolgens afgewezen.
In 1984 werd er in de VS ruim 3,1 miljoen kilo aspartaam geconsumeerd.

In april 1985 werden in Arizona op slinkse wijze enkele wetten aangepast die het reglementeren van voedingsmiddelen goedgekeurd door de FDA niet meer mogelijk maakten. Hiermee werd Dr. Monte's nieuwe verzoek voor een hoorzitting definitief de kop in gedrukt.
Nadat het een verlies van 28 miljoen dollar had geleden in het voorafgaande jaar, het verkopen van 30 dochtermaatschappijen en een rechtszaak waar 780 vrouwen beweerden dat een apparaat van G.D. Searle's bij hen bekkenontsteking had veroorzaakt, kocht de chemische multinational Monsanto G.D. Searle op. Monsanto creëerde daarna de NutraSweet Company als een dochtermaatschappij van G.D. Searle. Monsanto is tegenwoordig de grootste GM (genetisch gemanipuleerd) voedselfabrikant ter wereld.

In mei 1985 stelde Senator Metzenbaum een wetsverandering voor om de hoeveelheid aspartaam op voedingswaren te vermelden. Senator Orrin Hatch of Utah leidde de tegenstand (samen met G.D. Searle) en het voorstel werd uiteindelijk weggestemd. Al Gore koos de zijde van zijn conservatieve tegenstanders en stemde tegen vermelding van aspartaam. Misschien omdat de neef van zijn vrouw, Mike Taylor, ooit adviseur van Monsanto was. In de Clinton-regering was Taylor plaatsvervangend directeur van de FDA. Dezelfde FDA waar hij in begin jaren tachtig als advocaat FDA's 'Bureau of Food' vertegenwoordigde in de PBOI. Nu is hij directeur van de Monsanto afdeling in Washington DC.

Een coalitie van consumentenorganisaties kreeg datzelfde jaar van het federale 'Circuit Court of Appeals for the District of Columbia' te horen dat de FDA de juiste procedure had gevolgd voor toestemming van aspartaam in frisdranken. Een jaar later rapporteerde de Washington Post dat het Hooggerechtshof opnieuw weigerde de zaak te herzien ondanks een groeiend aantal critici die meenden dat aspartaam hersentumors kunnen veroorzaken.
Er werd ruim 6,5 miljoen kilo aspartaam in de VS geconsumeerd in 1985.

In juli 1986 kreeg de FDA te maken met een aanklacht van Community Nutrition Institute (CNI) die hen beschuldigde niet de juiste procedure te hebben gevolgd om aspartaam goed te keuren voor frisdranken en eiste een openbare hoorzitting. De FDA wees de aanklacht, alsmede de eis voor een hoorzitting af.
De consumptie van aspartaam steeg in de VS naar ruim 7,1 miljoen kilo in 1986.

Op 3 november 1987 werd er een hoorzitting gehouden in een Senaatbestuur waar de problemen rond aspartaam werden besproken.
De 'Asb partame Consumer Safety Network' (ACSN) wordt in 1987 door Mary Nash Stoddard en James Turner opgericht. Ze willen dat aspartaam van de markt wordt genomen en wordt getest als een drug.
In 1987 werd een geschatte hoeveelheid van 7,7 miljoen kilo aspartaam in de VS geconsumeerd. (NutraSweet stopte na dat jaar met het openbaar stellen van de consumptiedata van aspartaam.)

In 1991 begon NutraSweet een samenwerking met de Japanse Ajinomoto Co. Inc. om een aspartaamfabriek in het Franse Gravelines te bouwen waar men twee jaar later de productie startte.
Het Amerikaanse Ministerie van Volksgezondheid publiceerde in 1991 de lijst 'Negatieve bijwerkingen van Aspartaam' met 167 redenen om het gebruik ervan te vermijden.

In 1992 tekende NutraSweet een overeenkomst met Coca-Cola en Pepsi dat de NutraSweet Company hun leverancier voor aspartaam zou worden en verving saccharine in Cola Light.
Het patent voor aspartaam liep af op 14 december 1992 waarna andere bedrijven zoals Holland Sweetener Company (een joint-venture van DSM en de Japanse firma Tosoh) met het zoetmiddel de markt opkwamen.

In februari 1994 gaf het Amerikaanse Ministerie voor Volksgezondheid een lijst vrij waarop negatieve bijwerkingen van voedsel gerapporteerd aan de FDA staan geregistreerd. Aspartaam neemt 75 procent voor zijn rekening.
Vanaf 27 juni 1996 heft de FDA alle beperkingen op voor het gebruik van aspartaam, zonder openbare bekendmaking van deze maatregel.

Dr. Olney onderzocht de 10 procent stijging in hersentumoren in de VS sinds midden jaren tachtig en kwam tot de ontdekking dat het om precies hetzelfde soort hersentumor ging dan hij in zijn onderzoek met ratten was tegengekomen. Een ontdekking overigens waarvoor hij onmiddellijk in de wetenschappelijke gemeenschap werd bekritiseerd. Met name omdat zo'n verband moeilijk te bewijzen is.

De New York Times publiceerde op 15 november 1996 een artikel dat de Amerikaanse Dietetic Association geld aanneemt van de voedselindustrie om hun producten aan te bevelen. NutraSweet gaf hen in 1993 een toelage van 75 000 dollar.

In Zweden is kankerspecialist Lennart Hardell in 1997 begonnen met een langdurige studie naar het verband tussen aspartaamconsumptie en kanker. Hardell waarschuwt inmiddels al voor een risico bij een grote consumptie.

In februari 1998 registreert Monsanto zijn nieuwe zoetmiddel neotaam, een synthetische variatie van aspartaam dat 8000 keer zoeter is dan gewone suiker. Er ontbreken langdurige, onafhankelijke studies.

In 1998 ontdekt de Food Commission in Engeland dat aspartaam niet alleen in lightfrisdrank voorkomt maar ook gewone frisdrank. Dit omdat aspartaam drie keer goedkoper is dan gewone suiker. Het ontbreken van de vermelding aspartaam in aspartaamgezoete voedingswaren werd ook gerapporteerd. David Briars van McLibel News Network meende dat zelfs gewone Coca-Cola wordt verdacht van toevoeging van aspartaam in specifieke testgebieden.

In mei 2000 voelt Monsanto de hete adem - niet in de laatste plaats door het wereldwijde verzet van genetisch gemanipuleerd voedsel en lopende rechtszaken - en verkoopt zijn aspartaambedrijven aan J.W. Childs Equity Partners Ii, L.P., een groep investeerders, waaronder voormalige Monsantomanagers toe behoren, voor 440 miljoen dollar. Monsanto's aandelen van NutraSweet AG en Euro-Aspartame SA zijn verkocht voor 67 miljoen dollar aan het Japanse Ajinomoto Co. Een fusie met Pharmacia-Upjohn vindt plaats en gaat verder onder de naam Pharmacia Corp.

HET ONDERZOEK
G.D. Searle/Monsanto verdedigde zijn tests met het argument dat het zoetmiddel in buitenlandse overheidsorganisaties en de Wereldgezondheidsorganisatie is goedgekeurd. In Europa ligt de basis voor de goedkeuring van aspartaam bij de JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives) in 1981. Medisch specialist H.J. Roberts uit Florida onderzocht het buitenlandse onderzoek en kwam tot de conclusie dat het overgrote deel geld accepteerde uit het bedrijfsleven zonder ooit onafhankelijk onderzoek gedaan te hebben. Dokter Ralph Walton deelde in het Amerikaanse CBS tv-programma '60 Minutes' van december 1996 mee dat 83 van de 90 onafhankelijke onderzoeken die niet door de industrie waren gefinancierd problemen met aspartaam lieten zien. Onderzoeken die aantoonden dat aspartaam hersenschade, hoofdpijn, huiduitslag, hersentumors, slapeloosheid, verergering van de Ziekte van Alzheimer, ernstige verwarring, depressie en abnormaal gewichtsverlies of toename konden veroorzaken. Studies die door de aspartaamindustrie werden uitgevoerd kwamen vrijwel ongeschonden uit de bus.

Het onderzoek van de Amerikaanse neuropsycholoog Paul Spiers in 1988 laat een verontrustend resultaat zien waarbij aspartaam zelfs vermindering van intelligentie en beschadiging van het geheugen veroorzaakte. Spiers werkte met 5 personen die hij de dagelijks maximum gestelde hoeveelheid aspartaam gaf (50 mg/kg) en in het verleden dagelijks 2-3 blikjes lightfrisdrank consumeerden. Daarnaast had hij een controlegroep van 5 die hij placebo's gaf. Na 12 dagen was er een groot verschil te bemerken tussen de 2 groepen in tests zoals woorden lezen en 'snel denken'. De aspartaamgebruikers lieten zelfs geen verbetering zien in deze tests. Spiers deed later onderzoek op gezonde personen wat geen bijzonderheden liet zien. Dat onderzoek was echter gesponsord door de industrie al deed Spiers het voorkomen dat dat niet het geval was.

De middelbare scholier Susie Morris uit Price, Utah heeft in 1998 een 3-jarige prijswinnende studie afgesloten naar ratten in een doolhof die ze aspartaam voerde (62,5 mg/kg). Bij de oudere ratten vernielde het de eigenschap om te leren. Oudere ratten die hetzelfde dieet kregen maar zonder aspartaam leerde het doolhof na zo'n 34 keren. De aspartaamgroep echter leerde het nooit en herhaalde zich in doelloos gedrag.

Ook in Zweden - waar aspartaam in hetzelfde jaar als in de VS op de markt kwam - is hun Keuringsdienst van Waren buitengewoon sympathiek tegenover aspartaam. Het lijkt bijna op promotie van het product. In Zweden is dan ook de bewustwording van de gevaren rond aspartaam groter dan in Nederland waar nauwelijks door de overheid informatie wordt verstrekt over aspartaam.

Monsanto weet precies wat het doet wanneer het zijn aspartaam laat onderzoeken. Droge capsules aanbieden als het om een oplossing gaat. Verouderde testmethoden gebruiken die inmiddels al lang zijn achterhaald. Fondsen stopzetten bij wetenschappers die negatieve resultaten lieten zien. Zoals bij Dr. Diana Dow-Edwards die het verband onderzocht tussen aspartaam en geboorten. Haar conclusies pasten niet in die van Monsanto en ze kon de rest van haar studie zelf betalen zodat noch Monsanto noch de FDA de resultaten accepteerden.

De Amerikaanse kinderarts en geneticus Dr. Reubon Matalon beschrijft het aspartaamonderzoek als volgt: 'Laten we stellen dat sigaretten vandaag waren uitgevonden en je geeft 20 mensen twee pakjes per dag en na zes weken heeft niemand kanker, zou je dan zeggen dat het veilig is? Dat is wat ze met aspartaam hebben gedaan.'

VRIENDJESPOLITIEK
Het verleden van Monsanto laat zien dat ethiek niet hoog op hun agenda staat. In de jaren vijftig en zestig waren zij de grootste leverancier van 'Agent Orange' het gif waarmee de bossen in Vietnam ontbladerd werden en waardoor velen kanker kregen.

In 1995 was een Monsanto vertegenwoordiger betrapt op een poging tot omkoperij van het Canadese 'Health Bureau of Veterinary Drugs'. Monsanto bood 1 tot 2 miljoen dollar als het bureau rBGH (een gevaarlijk synthetisch hormoon voor koeien) zou goedkeuren en verder onderzoek zou staken.

In september 2000 kreeg GeneWatch UK een vertrouwelijk intern rapport in handen waarin Monsanto in een globale campagne is verwikkeld om GM voedingswaren te promoten door experts in internationale wetenschappelijke commissies te beïnvloeden. Door via ogenschijnlijk onafhankelijke wetenschappers invloed te krijgen op de besluitvorming bij sleutelfiguren in overheidsinstanties (de JECFA) in ontwikkelingslanden. Het rapport licht een tipje van de sluier op hoe een groot invloedrijk bedrijf zijn macht probeert door te drijven.
Enkele voorbeelden uit het rapport zijn: 'Een ontmoeting heeft plaatsgevonden met Prof. David Khayat, een internationaal bekende kankerspecialist, om aan een artikel samen te werken dat op de afwezigheid van verbanden tussen GM voedsel en kanker wijst...'
'Het 'Scientific Outreach network' en het 'Technology Issues Team' hebben aanvallen op recent opkomende biotechnologische kwesties weten af te wenden. Het team ontwikkelde methodieken om 'overdreven' reacties naar beweringen te vermijden betreffende gevallen waarbij niet goedgekeurde maïs in dierlijk voedsel werd gevonden en gen-overdracht bij honingbijen en de karakterisering van aanvullend non-functioneel DNA in 'Roundup Ready' sojabonen, was bespeurd.'
'[In België] overwegen de autoriteiten om silthiofaam als een categorie 3 carcinogeen (een kankerverwekkende stof) te bestempelen, een ongewettigde classificatie gegeven het toxicologische profiel van de molecule.
'De datum van goedkeuring wordt vermoedelijk uitgesteld als we de bureau's classificatie zullen aanvechten. We zullen alles in het werk stellen om op tijd goedkeuring te verkrijgen voor het seizoen 2000.'

De directie van Monsanto heeft een aantal opmerkelijke leden tot aan zijn fusie met Pharmacia-Upjohn gehad: William Ruckelshaus die in 1974 plaatsvervangend directeur van de FBI was en daarna directeur bij het Environmental Protection Agency (EPA); voormalig hoofd van de CIA (1977-1981), Stansfield Turner; Earle H. Harbison, een informatiespecialist die 19 jaar bij de CIA heeft gewerkt; Michael Kantor, voormalig minister van Handel; Linda J. Fisher, een voormalige assistent boekhouder bij het Environmental Protection Agency, afdeling Vervuiling Preventie, Pesticiden en Giftige Stoffen is nu Vice-Directeur voor Monsanto's 'Government and Public Affairs'. De plaatsvervangende directeur van de FDA Michael Friedman veranderde van baan en is sinds juni 1999 een vice-president bij G.D. Searle & Co voor het aardige salaris van een half miljoen dollar per jaar. Monsanto heeft altijd een sterke relatie gehad met politici en andere overheidsvertegenwoordigers. Zelfs Clarence Thomas, één van de opperrechters van het Hooggerechtshof, was ooit een advocaat van Monsanto (1977-1979). De huidige Amerikaanse Minister van Landbouw Ann Veneman zat in de directie van Calgene Pharmaceuticals, een filiaal van Monsanto.

DE ONAFHANKELIJKEN
Wetenschappers en dokters met een uitstekende staat van dienst hebben niet stil gezeten en hebben de afgelopen jaren een groeiend en overtuigend bewijs van schade door aspartaam aangetoond. Bewijzen die Monsanto consequent probeert te bagatelliseren door met incorrecte en onvolledige informatie de consument in de war te schoppen. Volgens journalist Gregory Gordon heeft de NutraSweet Company tot 3 miljoen dollar per jaar betaald aan het grootste PR-bedrijf ter wereld Burson-Marsteller voor een publiciteitscampagne. Een voormalige werknemer vertelde dat Burson-Marsteller verscheidene wetenschappers en dokters hadden ingehuurd om aspartaam in interviews in de media te verdedigen. Ook journalisten spelen een belangrijke rol daarin. Er zijn gevallen bekend dat zogenaamde onafhankelijke journalisten bijna letterlijk Monsanto's verklaringen citeerden zonder ze verder te onderzoeken en zonder bronvermelding. Overheidsvertegenwoordigers, journalisten en wetenschappers die menen dat aspartaam een honderd procent veilig toevoegsel is, negeren het onafhankelijke onderzoek en negeren de vele tekortkomingen van de oorspronkelijke goedkeuring.

Ze negeren ook vele duizenden gevallen van mensen wiens levens in meer of mindere mate geteisterd werden door de consumptie van aspartaam. Ziekten waarvan de symptomen (van bijvoorbeeld buik- en hoofdpijn tot epileptische aanvallen) meestal verdwenen na de stopzetting van inname van aspartaam. Steeds meer artsen - die in het begin uiterst wantrouwend waren tegenover aspartaam als oorzaak - konden er niet onderuit en bevestigen het verband. Daarmee is het krachtigste bewijs geleverd voor het wereldwijde verzet tegen de distributie van aspartaam.

Dokter H.J. Roberts zag in zijn eigen praktijk dat diabetici serieuze complicaties vertoonden dat terug te leiden was naar aspartaamgebruik. Het vermijden ervan leed tot aangrijpende verbeteringen terwijl na hervatting - bewust of onbewust - snel een herhaling van de klachten optrad.

De anti-aspartaam activist Betty Martini houdt er een gezaghebbende website op na (www.dorway.com) waar onder andere honderden persoonlijke geschiedenissen van aspartaamgebruikers staan beschreven. Mensen die vaak niet wilden geloven dat hun symptomen in verband stonden met hun aspartaamconsumptie. Na meestal allerlei medisch onderzoek, medicatie en andere alternatieven doorgelopen te hebben, was er geen of nauwelijks verbetering. Totdat men aspartaam uit hun dieet schrapte.

WAT DOET ASPARTAAM?
In vloeistof valt aspartaam uiteen naar gelang de temperatuur, pH en tijdsduur. Bij onderzoek in 1985 (Tsang) had een fles cola light waar 550 mg aspartaam in zat na 6 maanden bij een temperatuur van 30°C nog maar 155,34 mg. Na 3 jaar was het gedaald tot 19,7 mg. De rest bestond uit onder andere fenylalanine en diketopiperzazine (DKP). producten die aspartaam bevatten zijn dus chemisch heel anders dan de aspartaam wat aan laboratoria wordt gegeven. DKP is een controversiële stof die kanker kan veroorzaken.

Raymond Schroeder, een voormalige G.D. Searle werknemer vertelde de FDA dat de DKP deeltjes (in experimenten waar het getest werd voor kanker) zo groot waren dat ratten het verschil tussen DKP en hun normale dieet konden onderscheiden. Nadat Schroeder zijn verklaringen naar aanleiding van zijn DKP studie had gemaakt, zochten FDA onderzoekers hem op voor een interview. Hij werkte toen bij een ander bedrijf. Toen ze daar aankwamen, merkten ze op dat een G.D. Searle vertegenwoordiger net voor hun zich had ingeschreven. Tijdens het interview trok Schroeder zijn verklaringen over de DKP studie terug.

Aspartaam (E951) komt voor in onder andere lightfrisdrank, incl. Pepsi Light en Coca-Cola Light, maar ook gewone cola zoals Tab, lightproducten zoals yoghurt en kan voorkomen in graanontbijten, drinkyoghurts, hoesttabletten, kauwgom, soep, jam, verschillende soorten ijs, compote, cider, snoep (bijv. de nieuwe Milky Way), sauzen, mosterd, verschillende soorten bier, koekjes, kindervitaminen en medicijnen. Daarnaast is aspartaam te gebruiken als suikervervanger (Canderel, NutraSweet). Een kind van twintig kilo komt zo al gemakkelijk over de maximum hoeveelheid (40 mg/kg) door bijvoorbeeld op één dag een liter lightfrisdrank (600 mg asp.), bij het ontbijt een glas drinkyoghurt (140 mg) en 's avonds een schaaltje fruityoghurt (140 mg) te consumeren (deze hoeveelheden komen van de voedingswarenindustrie en het Ministerie van Volksgezondheid). NutraSweet's onderzoekers beweren dat het niet mogelijk is om meer dan 34 mg/kg op te nemen en komen vaak met het vreemde voorbeeld van één product - 19 blikjes lightfrisdrank - bij een 70 kg zware man om de 50 mg/kg te illustreren. Of 4 liter yoghurt voor een 55 kg zware vrouw (voor een Europees maximum van 40mg/kg). Volgens NutraSweet ligt het gemiddelde gebruik bij aspartaamconsumenten op 1-3 mg/kg. Op een warme zomerdag is het niet onmogelijk om 2 liter light te drinken, een halve liter fruityoghurt, kauwgom en een dieetmaaltijd te consumeren wat ook bij volwassenen de maximum grens kan overschrijden. Misschien dat de ADI stand hield ten tijde van de vaststelling toen het om nog maar enkele honderden producten ging. Nu komt aspartaam wereldwijd in ruim 9000 verschillende producten voor. De dagelijks vastgestelde maximum hoeveelheid aspartaam is hoe dan ook zinloos omdat op vrijwel geen enkel etiket de hoeveelheid staat vermeld. Laat staan een waarschuwing.

In Monsanto's persberichten - vermomd als wetenschappelijke testrapporten - lees je vaak dat methanol ook voorkomt in alcoholische dranken, fruit en groenten. Dat wordt ook door niemand ontkent. Wat er nooit bij wordt verteld is dat bij alcoholische dranken de anti-stof ethanol aanwezig is, meestal 200 maal zoveel dan methanol. Bij aspartaamproducten ontbreekt die anti-stof. Mensen zijn ook nog eens honderd keer gevoeliger voor methanol dan dieren. In fruit en groenten maakt methanol deel uit van pectine en het ontbreekt de mens die enzymen die het afbreekt waarmee methanol via de normale weg het lichaam verlaat. In vruchtesappen kan er methanol ontstaan maar in tegenstelling tot de beweringen van NutraSweet dat het hier om 140 mg/liter gaat (dat ze van een incomplete studie uit 1956 haalden) is het werkelijke gehalte afhankelijk van het soort fruit en de oogsttijd. Een gemiddelde ligt onder de 10mg/liter (uitgezonderd vers tomatensap wat minstens 6 keer zoveel bevat). Een veel hoger caloriegehalte weerhoudt een consument ervan om dagelijks grote hoeveelheden vers vruchtesap te drinken. Daartegenover zijn er personen die 1-3 liter lightfrisdrank per dag drinken wat tot een opname van 270 mg methanol leidt. Lightfrisdrank en andere voedingswaren met aspartaam bevatten zelden de voedingsstoffen die nodig zijn om schade door methanol te voorkomen. Als NutraSweet meent dat veel hogere hoeveelheden methanol in natuurlijk voedsel voorkomen, waarom hebben ze dan geen tests gedaan die zulke grote hoeveelheden in het bloed van testpersonen laten zien?

Methanol wordt omgezet in formaldehyde en vervolgens mierezuur. Wetenschappers in dienst van de industrie beweren dat in tests waarbij 34 mg/kg (volgens NutraSweet de maximale consumptie voor 99% van de bevolking) aspartaam aan proefpersonen werd gegeven, er geen verhoogde concentratie van methanol/mierezuur in het bloed voorkwam. Hierbij werd echter een methode gebruikt - plasma methanol measuring test - waarbij er een minimum van 4mg/liter moet zijn voordat men methanol waarneemt. Onafhankelijke wetenschappers vonden een methanolgehalte van 0,6 tot 1mg/liter in het bloed. De industrie stelt dus een verhoging van 350% tot 600% of niets.

Het gehalte vrije methanol dat ontstaat bij hogere temperaturen of verhitting van voedingswaren met aspartaam draagt bij aan een snellere opname. Bij aspartaam wat in koffie of thee terecht komt bij een temperatuur van 80°C valt methanol binnen 10 minuten uiteen tot 50 procent.

Het lichaam probeert de formaldehyde met water weg te werken en slaat het op in het vet. Gewichtstoename is dan ook geen uitzondering bij een regelmatige consumptie van lightproducten. Komt daar nog bij dat er geen of nauwelijks calorieën in zitten en de dieetbewuste consument zijn honger met andere voedingsmiddelen probeert te stillen. Zijn of haar gewichtstoename zal ongetwijfeld bijdragen aan een grotere consumptie in lightproducten.

Een studie gedaan door de universiteit in Barcelona in 1998 (Trocho) liet zien dat zelfs een eenmalige dosis van 10 mg/kg aspartaam leidde tot een opeenhoping van formaldehyde in het lichaam (lever, nieren, hersenen) en celweefsel waarvan het de DNA beschadigd is.

Het lichaam behandelt fenylalanine dat in natuurlijk voedsel voorkomt anders dan bij aspartaam. Gewoonlijk bevatten eiwitten (bijvoorbeeld in vlees) maar 4-5 procent fenylalanine, niet 50 procent zoals bij aspartaam.

De eerder aangehaalde interne memo uit eind 1970 van G.D. Searle die in 1987 in een senaathoorzitting tevoorschijn kwam, besloot met: 'We hebben geen idee om een maximum mogelijk misbruik in te schatten en vandaar moeten we de informatie benutten, die is gebaseerd op een bijna complete conversie naar DKP.
Als we dat in ons originele rapport vermelden, maken we een grote kans dat we op korte en lange termijn met niets overblijven. Terwijl de andere benadering ons iets geeft op korte termijn en heel waarschijnlijk meer dan we ooit zullen krijgen op de lange termijn.
Ik denk dat het heel belangrijk voor ons is om zo snel mogelijk onze zoetstof in commerciële kanalen te brengen om zo weinig mogelijk mensen aan te sporen om aan andere zoetstoffen te werken. Verrichtingen in de VS zijn geneigd om handelingen in andere landen te beïnvloeden.'


Petitie aan de 2e kamer, sept 2009:

Aspartaam wordt door veel onafhankelijke wetenschappers gezien als een ernstig gevaar voor de volksgezondheid.

In Nederland is aspartaam nooit gedegen onderzocht. Aspartaam is echt schadelijk, maar omdat de EU en onze regering het als
E-nummer (E-951) hebben goedgekeurd mag het overal in gebruikt worden.

Het is na veel twijfel uiteindelijk goedgekeurd door de FDA, zodat het in Amerika op de markt kon komen. In eerste instantie werd aspartaam verboden. Onderzoek had uitgewezen dat het kanker veroorzaakte bij laboratoriumdieren.

Het belangrijkste onderzoek waar de goedkeuring van aspartaam op steunde was een 52 weken durend onderzoek naar de giftigheid, waarbij 7 baby aapjes aspartaam kregen toegediend. Vijf kregen een grand mal epileptisch insult en één stierf. Dit onderzoek werd werkelijk gebruikt om aan te tonen dat aspartaam veilig was!!!!!

Aspartaam is samengesteld uit 3 stoffen, phenylalanine, asparaginezuur en methanol.

Het bestaat voor 50% uit phenylalanine dat, wanneer het geïsoleerd is,
een zenuwgif is, dat de serotonine in de hersenen vermindert. Dit veroorzaakt veel ziekteverschijnselen, waaronder depressie, slapeloosheid, paniek aanvallen en stemmingsveranderingen.
Zie het artikel www.aspartaam.nl/artikelen/ami...
Het heeft tevens het een interactie met veel medicijnen, waaronder antidepressiva.

De eiwitten phenylalanine en asparaginezuur werken in normale situatie als neurotransmitter. Maar door de enorme hoeveelheid die de hersenen kan bereiken worden neuronen in onze hersenen dusdanig gestimuleerd dat deze kunnen afsterven.

Aspartaam is een stof die giftig is voor zenuwweefsel en zich
voordoet als een additief dat zich in al meer dan 6000 producten
bevindt in meer dan 100 landen. Over de gehele wereld hebben consumenten dezelfde problemen.

Door de 50% phenylalanine in aspartaam kan de drempel voor epileptische insulten worden verlaagd, zoals Dr. Richard Wurtman getuigde voor het Amerikaanse Congres.

Het is een feit dat langdurig gebruik van asparaginezuur (dat
gemakkelijk de bloed brein barrierre passeert), phenylalanine (idem)
wordt afgebroken in diketopiperazine (DKP), een bekende
veroorzaker van hersentumoren dat niet gezond nog veilig genoemd kan
worden.

De kosten van de gezondheidszorg zijn enorm gestegen (en stijgen nog steeds). Veel ziekteverschijnselen, worden naar alle waarschijnlijkheid mede veroorzaakt door de zoetstof aspartaam. Dit ondermijnt de gezondheid van de Nederlandse bevolking.

Daarom willen we de 2e kamer vragen om een gedegen onderzoek te starten. Er zijn de laatste jaren veel te veel zogenaamde onverklaarbare ziekteverschijnselen ontstaan die een diepgaand onderzoek rechtvaardigen.


Ik moet even uitleggen wat bedoeld wordt met "geisoleerde aminozuren". Eiwit bestaat uit ongeveer 20 aminozuren. Deze 20 aminozuren komen nooit alleen voor in onze voeding. Als ze apart voorkomen zijn ze chemisch samengesteld.

Geisoleerde aminozuren, zoals glutaminezuur, of glutaminaat, d.w.z. (smaakversterkers) en ook de 50% phenylalanine uit aspartaam, zijn absoluut niet het zelfde als de aminozuren in ons voedsel, omdat aminozuren uit ons voedsel door de darm worden geabsorbeerd en afgebroken, afhankelijk van de behoefte van ons lichaam.

Dit betekent dat deze aminozuren langzaam of wanneer het lichaam daarom vraagt ter beschikking worden gesteld en altijd in een voedzaam mengsel van ongeveer twintig verschillende aminozuren, in een verhouding zoals ze in ons voedsel wordt gevonden.

Onder invloed van lichaamsenzymen worden er meer of minder van bepaalde aminozuren in het lichaam opgenomen.

Phenylalanine is het meest concurrerend. De gehele aminozuurbiochemie in het lichaam is onder invloed van enzymen concurrerend. Dit zijn dus belangrijke redenen waarom geisolerde aminozuren farmaceutisch van aard zijn terwijl die uit de voeding voedzaam zijn.

Bovendien kan het effect van een gedoseerd hoeveelheid geisoleerde aminozuur niet op de zelfde manier gebruikt worden bij de synthese van proteïnen als eiwit uit voeding omdat het lichaam de mengeling nodig heeft om eiwitten voor te bereiden en te vervaardigen.

De giftigheid van glutaminezuur is goed bestudeerd en bekend. Sommige voordelen van het gebruik van geisoleerde aminozuren, zoals het gebruik van l-Lysine bij herpes is ook wel bekend. De gevaren van het negeren van de farmacologische aard van geisoleerde aminozuren wordt het best geïllustreerd door de 50% geisoleerde Phenylalanine verkregen uit Aspartaam.

In een blikje fris zit ongeveer net zoveel Phenylalainie als in een grote portie bonen. Voor bonen zou dit alleen voor mensen met PKU, een bepaald tekort aan enzymen, schadelijk zijn, omdat hun enzymen zouden worden overbelast wat leidt tot de vorming van een vernietigend zenuwgif.(PKU = Phenylketonurie, een erfelijke afwijking, die tegenwoordig met de hielprik bij pasgeboren kinderen wordt opgespoord, en die wordt behandeld met een fenylalanine-arm dieet . Mensen met deze afwijking zijn niet in staat feylalanine geheel af te breken. Als ze er te veel van binnenkrijgen, wordt het gedeeltelijk afgebroken tot stof, die schadelijk is voor de hersenen).

Bij andere mensen, maakt het feit dat Phenylalanine moet concurreren met twintig andere aminozuren en langzaam opgenomen wordt in het spijsverteringskanaal in meer dan twintig uur, het voor hen eerder nuttig dan schadelijk.

Noot vertaler:
Bij het opnemen van phenylalanine via normaaal voedsel gaat dat langzaam, doordat de phenylalanine moet concurreren met ongeveer twintig andere amionozuren. Omdat phenylalanine (in kleine hoeveelheden) wel degelijk nodig (onmisbaar!) is in het lichaam, is deze wijze van opnemen niet schadelijk, maar juist nuttig (behalve voor mensen met de zeldzame afwijking PKU).

Van het blikje fris, enerzijds, wordt phenylalanine in ongeveer vijf minuten opgenomen en gaat via de poortader naar de lever zonder dat het met iets (andere aminozuren) hoeft te concurreren.

Het vrijkomen van aminozuur uit de lever wordt geregeld door een enzym, zodat het aminozuur zonder concurrentie, wordt afgegeven aan de bloedstroom in een overweldigende toevloed.

De bloed hersen barriere wordt eveneens door enzymen geregeld zodat de hersenen beroofd worden van de andere aminozuren omdat de toevloed van phenylanaline zo groot is dat andere aminozuren niet in de hersenen worden toegelaten.

Tezelfdertijd worden de hersenenenzymen overweldigd door de toevloed van Phenylalanine zodat er een PKU effect wordt veroorzaakt, en de hersenen worden blootgesteld aan endogeen (uit het lichaam zelf voortkomend) zenuwgif.

De hersenen vervaardigen neurotransmitters uit aminozuren. Door de oveerheersende aanwezigheid van phenylalanine wordt deze werking geremd, zodat de aanmaak van dopamine en serotonine in de hersenschors wordt onderdrukt.

Er zijn andere farmacologische afwijkingen die op dezelfde manier in andere hersenengebieden worden veroorzaakt. Aminozuren zoals glutaminaat passeren de bloed hersen barriere niet in giftige hoeveelheden zodat de giftigheid daarvan versterk wordt in die gebieden die de grootste hoeveelheid hersenvloeistof (liquor) bevaten. Daarom heeft Aspartaam dergelijke extreme effecten bij volwassenen veroorzaakt als de ziekte van Lou Gehrigs (ALS), MS, en de Ziekte van Parkinson. Deze twee vergiftigingen (door phenylalanine en monosodiumglutaminaat) zijn gestegen door overdracht van de placenta zodat de schade die wordt overgebracht op zuigelingen doordat de moeders deze stoffen gebruiken extreem is.

MS    =  Multipele Sclerose, een ziekte van het centrale zenuwstelsel die kan leiden tot zeer uiteenlopende klachten
ALS = Amyotrofische Laterle Sclerose, een zenuwaandoening, die leidt tot ernstige verlammingsverschijnselen).
MSG = Monosodiumglutaminaat / Mononatriumglutaminaat.

Dr. Jim Bowen:
Vertaling: Ed Gunneweg

Dr. Bowen is overigens niet alleen arts maar heeft een graad in chemie en is als slachtoffer van aspartaam getroffen door de ziekte van Lou Gehrigs (ALS). Hij onderzoekt de kwestie al jarenlang.

TOP


9 - Het Chronisch Vermoeidheids Syndroom of ME. (uit: diverse ME artikelen)

Er is belangrijk bewijs dat CVS niet psychosomatisch is:
" 1. Psychosomatische aandoeningen bij personen die voorheen gezond waren en op een hoog niveau konden functioneren, beginnen zelden abrupt met symptomen als opgezette klieren en koorts.

2. De meeste CVS-patiënten hebben geen psychische ziekte doorgemaakt in de voorafgaande jaren. Zelfs na het begin van de ziekte hebben 20-50% geen psychische problemen. Bovendien hebben wij ondervonden dat een succesvolle behandeling van depressie of angst bij CVS-patiënten geen vermindering van de lichamelijke symptomen oplevert. Wel is het zo dat bij CVSpatiënten in de jaren voor de aanvang van de ziekte vaker dan gemiddeld (10-35%) sprake is geweest van depressie. Dit zou kunnen betekenen dat er na een episode van depressie een grotere vatbaarheid voor CVS zou kunnen bestaan.

3. Uit laboratoriumtests lijkt naar voren te komen dat het immuunsysteem van CVS patiënten, chronisch overactief is, mogelijk doordat het bezig is een infectueus agens te bestrijden. Er is geen enkele immunologische afwijking die algemeen voorkomt bij deze patiënten en zeker niet zo'n ernstige als er bij aids wordt gevonden.
Maar onderzoekers in verschillende delen van de wereld vinden wel telkens twee soorten witte bloedcellen (natural killer cellen en cytotoxische T-cellen) die minder goed functioneren; deze witte bloedcellen zijn belangrijk bij de verdediging van het lichaam tegen virussen. In verschillende onderzoeken is aangetoond dat het bloed van CVS-patiënten een verhoogd niveau van immuuncomplexen bevat, bestaande uit antigenen die van infectueuze agentia afkomstig kunnen zijn. CVS symptomen ontwikkelen zich vaak bij patiënten met bekende infectieziekten zoals mononucleosis (ziekte van Pfeiffer) en de ziekte van Lyme.

4. CVS komt vaak in epidemische vorm voor: leden van hetzelfde gezin of arbeiders van dezelfde fabriek gaan ongeveer in dezelfde tijd met dezelfde klachten naar de dokter. Sommigen hebben deze epidemieën afgedaan als gevallen van massahysterie, maar de meeste wetenschappers, waaronder teams van de United States Centers voor Disease Control en dergelijke instellingen in andere landen, hebben gemeenschappelijk een andere conclusie getrokken, ondanks het feit dat ze niet in staat waren een duidelijk omschreven agens aan te wijzen.
Bij onze eigen onderzoek naar zo'n epidemie ontdekten we dat de patiënten er geen enkel voordeel van hadden ziek te zijn; zij leken juist alles te verliezen, zelfs hun huis en bestaan. Massahysterie zou slechts een uiterst twijfelachtige verklaring zijn geweest.

5. Recente onderzoeken tonen aan dat zekere, zich in normale omstandigheden 'slapend' houdende infectueuze agentia zijn gereactiveerd bij patiënten met CVS - met name is dit het geval bij de enterovirussen en een pas ontdekt organisme, het Humaan Herpesvirus-6. De actieve productie van deze virussen zou enkele symptomen van CVS kunnen verklaren en lijkt op zijn minst een obiectieve aanduiding te zijn.

6. Veel CVS-patiënten lijden ook aan fibromyalgie. Shorter zegt dat dit syndroom wordt gekarakteriseerd door pijnen in het gehele lichaam. Hij is zeer slecht geinformeerd. De pijn wordt alleen gevoeld op zekere specifieke punten, zoals onlangs door een wereldwijd onderzoek door het American College of Rheumatology is aangetoond.

7. CVS zou de hersenstructuur en -chemie aan kunnen tasten. Een recent onderzoek op het National Institute of Health toonde aan dat de hersenen van CVS-patiënten een verminderde hoeveelheid CRH en ACTH produceren. Deze substanties zetten de adrenaline producerende klieren aan tot het vrijlaten van het stresshormoon cortisol. Het tegenovergestelde wordt gewoonlijk bij patiënten met depressies gevonden.
Wetenschappers over de hele wereld hebben belangstelling getoond voor het bovenstaande en er is over gesproken tijdens drie internationale conferenties die gedurende de laatste vijf jaar door het National Institute of Health zijn georganiseerd.
Het is niet zinvol om te vragen of CVS een 'mentale' of 'lichamelijke' ziekte is, omdat deze manier van categoriseren van een ziekte niet erg essentieel is. Het is zelfs fout om ziekten van het lichaam te betitelen als 'echt' en ziekten van de geest als 'onecht', alsof deze kunnen worden geëlimineerd door wilskracht.
Bij de meeste ziekten zijn zowel het lichaam als de geest betrokken. Lichameliike veranderingen (in de hersenchemie) spelen waarschijnlijk een belangrijke rol bij geestesziekten en deze laatste kunnen patiënten vatbaarder maken voor 'lichamelijke' aandoeningen bijvoorbeeld voor gezwellen en hartaanvallen. Verder kent de psychische reactie op een lichameliike ziekte afhangen van sociale waarden en zo'n reactie ken net zo belangrijk worden als de ziekte zelf als het gaat om het bepalen op welk niveau de patiënt kan functioneren.

Volgens Shorter is er voor CVS geen lichamelijke oorzaak te vinden; de symptomen duiden op psychische stoornissen en worden beïnvloed door sociale factoren. Dat zou een plausibele theorie kunnen zijn, maar het is onjuist te suggereren dat deze zou zijn bewezen.
Er zijn meerdere objectieve afwijkingen gevonden bij CVS-patiënten. Niemand beweert dat psychische en sociale factoren geen rol spelen bij deze of welke andere ziekte dan ook, maar het is absurd om er van uit te gaan dat degenen die geloven dat CVS een lichamelijke basis heeft, tot een radicale randgroep van artsen behoren die "van het rechte pad van de wetenschap zijn afgedwaald".
Of het nu historici of artsen betreft, naar mijn mening kan geen enkele serieuze wetenschapper die de beschikbare bewijsstukken heeft onderzocht beweren dat CVS een louter psychische kwaal is. "

Anthony L. Komaroff is hoofd van de vakgroep huisartsengeneeskunde aan de medische faculteit van het Brigham and Women's Hospital in Boston, en hoogleraar geneeskunde aan de Harvard Medical school. (The Harvard Mental Health Leffer)

'ME kan genezen, maar dat kan jaren duren'

Pieron zoekt de oorzaak van ME in een schadelijke werking van giffen in het lichaam die zich manifesteren na bijvoorbeeld een virusinfectie. Pieron benadrukt dat ME niet een ziekte is, maar 'een labyrint van symptomen met een scala aan klachten, vooral als gevolg van allergieën.
Wanneer een ME-patiënt bij Pieron aanklopt, begint hij met een toxologisch onderzoek.
Hij gaat op zoek naar de schadelijke werking van allerlei giffen, zoals kwik, maar ook voedseladditieven.
Hij heeft inmiddels goede ervaring met strenge diëten.
Pieron vindt dat er geld uitgetrokken moet worden voor verder onderzoek naar ME. Verder is hij van mening dat artsen de ziekte serieus moeten gaan nemen. Zij zouden meer moeten uitgaan van de hele mens: "Het is toch te zot dat artsen zeggen dat het niet uitmaakt wat je eet, als je je medicijnen maar neemt. Voedsel moet opbouwen, maar heel veel mensen eten tegenwoordig voedsel dat alleen maar afbreekt."

"ME is niet een ziekte, het is een labyrint van symptomen met een scala aan klachten. Het belangrijkste symptoom is die vermoeidheid - dat is nu wel bekend.
Maar daarnaast is er de spierpijn, het ziek voelen - echt ziek - en verder hoofdpijn, menstruatiestoornissen, soms longklachten. En dan al die allergieën. Je kunt het zo gek niet bedenken. Je moet daar als arts samen met de patiënt doorheen, dat is een moeilijke weg."

Johan Pieron is arts in Heemstede. Hij is onder meer gespecialiseerd in ME, de ziekte die door de traditionele geneeskunde als 'mysterieus' en typisch vrouwelijk wordt afgedaan.
Specialistisch onderzoek in het Nijmeegse Radboud- ziekenhuis heeft vooralsnog weinig opgeleverd. Veel artsen herkennen de klachten niet en sturen patiënten naar huis met de goedbedoelde raad 'eens rustig uit te zieken'. 'Het gaat wel weer over, maak je geen zorgen'.

Er bestaan veel misvattingen over ME, weet Pieron: "Er wordt wel gezegd dat te hard werken - roofbouw plegen - een oorzaak is van ME, maar dat is niet zo. Dat wat latent, sluimerend aanwezig is, kan manifest worden door een gebrek aan weerstand. Vandaar dat ME zo vaak optreedt naar een virusinfectie, ook dan is de weerstand minder . Maar de echte oorzaak ligt veel meer bij giffen, bij voedseladditieven, bij het milieu."

Storingen

"De lijn die er in zit is die infectie, die allerlei storingen veroorzaakt en overgevoeligheid tot gevolg heeft. ME kan in veel gevallen genezen, al zeg ik niet dat ik alle patiënten beter kan maken. Het gaat erom dat je het immuunsysteem weer opbouwt.
Continu bouwen, dan verbetert het. Het is een kwestie van jaren .
Maar even voor alle duidelijkheid: niet elke klacht over vermoeidheid of spierpijn geeft ME. De meeste patiënten kunnen zich nog precies herinneren wanneer het begon - toen gebeurde dat en dat en dat was het begin.
Maar ik zie de meeste patiënten pas als ze eigenlijk al een tijd ziek zijn. Dan heeft zich vaak allergie op allergie gestapeld. Hoe eerder je erbij bent, hoe meer je kunt doen. Overigens werk ik met een enorme wachtlijst."

"ME is een groot probleem en het wordt nog een veel groter probleem. Zeker zolang mensen slecht blijven eten... In Amerika, waar de eetgewoonten nog slechter zijn dan hier, is het al schrikbarend. Daar zijn veel mensen heel erg ziek. Maar hier ook.

Als ik zie hoe mensen eten - dat is geen voeding, dat is afbraak. Er words zoveel gesnoept. Voeding is er om iets op te bouwen, maar veel mensen breken continu af: Suiker, kleurstoffen, van alles... Natuurlijk, ik eet ook wel iets ongezonds, maar de basis is gezond."

Allergisch

"Iedere patiënt is anders en ontwikkeld tijdens de ziekte andere allergieën.
Renate Dorrestein, een van mijn patiënten, was inderdaad opeens allergisch voor gluten. Dat was een fout van mij. Ze vroeg op een gegeven moment of ze weer eens een plakje kaas mocht eten. Ik heb ja gezegd, maar dat had ik niet moeten doen.
Anderen ontwikkelen plotseling een allergie voor verf en huishoudelijke producten.
Een patiënt met wie het al een tijdje heel goed ging, werd plotseling weer beroerd. We zijn alles nagegaan. Bleek het aan een nieuw dekbed te liggen...
Een nieuwe auto kan problemen geven . Dat ben ik nu drie keer tegen gekomen."

Tien jaar geleden kreeg Pieron te maken met zijn eerste Me-patiënte.
"Toen was er nog helemaal niks over bekend. Zelfs de naam niet, ik noemde het een post-viraal syndroom. Ik had ontdekt dat het optrad na een virusinfectie. Maar verder wist ik niks.
De eerste boeken verschenen in '83'84.
Bij die eerste patiënte zat ik dus met mijn handen in het haar, maar ik voelde dat het niet psychisch was. er was iets anders aan de hand."
"Ik ging zoeken in de hoek van de toxologie, giffen die een schadelijke werking in het lichaam hebben.
Kwik bijvoorbeeld. Amalgaam in het gebit is een kwikverbinding. In combinatie met goud kan er een chemische reactie ontstaan waarbij dat kwik vrijkomt. Geen acute kwikvergiftiging maar een heel geleidelijke. een molecuul per dag...Dat stapelt zich op en zet zich vast. Met bloedonderzoek kom je daar niet achter, maar wel bijvoorbeeld met haaranalyse. Dat is veel representatiever voor het weefsel."

"Verder heb ik de werking van allerlei andere schadelijke stoffen onderzocht.
Sinds de jaren vijftig zijn er zo'n 50.000 nieuwe stoffen bijgekomen - insecticiden, stoffen voor vervaardiging van plastics, pcb's en noem maar op. Was niemand zich bewust van de effecten van die stoffen voor het menselijk lichaam?

Bij het ontstaan van ME spelen die stoffen een belangrijke rol.
Mensen die bijvoorbeeld Pfeiffer hebben gehad, knapten niet meer echt op.
Allerlei heel lichte infecties. Die stoffen decompenseren, het lukt niet dat lichaam weer gezond te krijgen."

"Candida speelt ook vaak een rol. Dat is een darmschimmel die iedereen heeft. Als die uit balans raakt, dan kan het goed mis gaan.
Dat is medisch heel omstreden.
In de traditionele medische wereld words gezegd dat die ontregeling alleen optreedt bij aids of ernstige auto-immuunziektes.
Maar dat is flauwekul, dan is het al zo enorm dat de schimmels zichtbaar zijn in de mond.
Er zijn ook lichtere vormen. Dan penetreert die schimmel door de darmwand, waardoor elders in het lichaam schadelijke effecter optreden.

Je leest dat in het boek van Renate: candida zet suiker om in alcohol, waardoor zij eigenlijk met een voortdurende alcoholvergiftiging te kampen had.
Zij beschrijft haar ziekte den ook als een continu gevoel of ze een kater had."
"Het probleem bij die candida is dat het heel moeilijk goed te meten is. Het zit niet altijd in de ontlasting, soms zie je het bij een aminozuur- analyse.
Je kunt het niet altijd bewijzen.
Maar ik behandel patiënten die alle verschijnselen van candidiasis vertonen, wel met een candida-dieet, en dat slaat meestal ook aan, dat gaat heel goed."

Volgens de Heemsteedse arts wordt de ziekte door de gevestigde medische stand niet voldoende serieus genomen: Er wordt over gepraat alsof het een typische vrouwenziekte is met vage klachten. Dat is het pertinent niet, ik heb ook mannelijke patiënten.
Artsen zijn in staat om tegen mensen met reuma te zeggen dat ze alles mogen eten, chocola en noem maar op.

Als ze hun medicijnen maar nemen. Dat is toch puur chemisch denken! In de medische wereld zou wat meer holistisch - vanuit de hele mens - moeten worden gedacht, niet in die hokjes.
We zouden al een heel stuk verder zijn als artsen niet meer zouden zeggen dat het niet uitmaakt wat je eet."

Veel huisartsen willen niks weten van deze ziekte. 'Allemaal psychisch en het gaat wel over'.
Ik had een patiënt die zelf arts is en getrouwd met een chirurg . Ze was helemaal opgezwollen en kon niets meer, echt niets.
Ze was al bij hoogleraren langs geweest, voordat ze bij mij kwam. Ze is nu genezen, maar nog steeds geloven veel geneeskundigen in haar omgeving niet dat het door mijn behandeling komt.

De gevestigde medische stand is er nog blind voor, ze geloven het domweg niet. Ze zijn niet opgeleid om zo te denken, dus HET KAN NIET.
Krijg in dat conservatieve bolwerk maar eens voet aan grond. Ze vinden mij een kwakdenker.
Terwijl ik een hekel heb aan kwakdenkers. Daar zit ook die hokjesgeest, de antroposofen vinden zus, de homeopathen zo.
In al die aanpakken zit wel wat goeds, maar je moet ook regulier kunnen kijken en een goed bloedonderzoek kunnen doen.

Het is allemaal oogkleppen: dit is het en verder niks."


Uit: MEdium Nr:3 - 1993 Redactie: Marion Lescrauwaet en Tanja van Heesch

Hoewel we al verscheidene malen hebben gemeld dat SPECT-scans aantonen dat bij ME-patiënten een vermindering van de doorbloeding van bepaalde hersendelen optreedt, kunnen we het desondanks toch niet laten om een gedeelte van een artikel te citeren dat heeft gestaan in 'Nuclear Medicine Communications', 1992,13,10,767-772, geschreven door M. Ichise et al.:

"We hebben de regionale hersendoorbloeding (rCBF) van 60 patiënten met CFS (Holmes criteria) en 14 gezonde controlepersonen gemeten met behulp van Single Photon Emission Computed Tomography (SPECT).
Vergeleken met de controlepersonen had de CFSgroep significant lagere rCBF-waarden in verscheidene hersendelen."....

"Bij 80% van de patiënten was ten minste een of meer van de rCBF-waarden meer dan 2 S.D. lager dan normaal."...

"De disfunctie van het centrale zenuwstelsel bij CFS kan, zoals door sommige onderzoekers wordt gesteld, een primair fenomeen zijn als gevolg van beschadiging van het centrale zenuwstelsel, maar het is ook mogelijk dat het een secundair verschijnsel is als gevolg van nog niet gedefinieerde systemische factoren."...

"Deze onderzoeksuitslagen leveren een objectief bewijs voor disfunctie van het centrale zenuwstelsel bij CFS, en hoewel SPECTscans misschien niet als diagnosticum gebruikt kunnen worden, kunnen ze wel een belangrijke rol spelen bij het vinden van de oorzaak van CFS." (Bron: Medical Updates, IFMEA)

Op onze oproep in de vorige MEdium over het syndroom van Gilbert (verhoogd bilirubine-gehalte) ontvingen wij acht reacties.
Vijf daarvan waren van ME-patiënten waarbij, nadat ze ME hadden gekregen, het syndroom van Gilbert is vastgesteld.
Bij vier daarvan is Gilbert aangetoond d.m.v. bloedonderzoek, terwijl bij de vijfde de diagnose is gesteld na twee leverpuncties. Deze patiënte meldt tevens dat zij, lang voor ze ME kreeg, op haar 14e geelzucht heeft gehad. Zij moet nog steeds een eiwitarm (vegetarisch) dieet houden, maar haar leverfunctie is vooruit gegaan dankzij acupunctuur-behandelingen.
Gelukkig schrijven twee van deze ME+Gilbert-patiënten dat ze inmiddels al weer aardig zijn opgeknapt.
De een is (na een jarenlange tocht langs allerlei 'alternatieven' nagenoeg klachtenvrij en heeft -zonder relapse- onlangs haar tweede kind gekregen en de ander is (dankzij een homeopaat) weer in staat om halve dagen te werken.

In het 10 cm dikke boek 'Diagnose en Therapie' dat ik van m'n huisarts mocht lenen, staat het syndroom van Gilbert omschreven als "een goedaardige, asymptomatische, hereditaire (=erfelijke) geelzucht. De Hyperbilirubinemie (=verhoogd bilirubine-gehalte-red.) neemt toe na 24-36 uur vasten. Geen behandeling nodig, prognose uitstekend."

Ik hoop dat de medische wetenschap sinds dit boek is gedrukt (1983) vooruit is gegaan, want alle briefschrijvers "even aan dat hun Gilbert zeker niet asymptomatisch is/was: Zij noemen alien 'extreme moeheid' als belangrijkste symptoom, en een enkeling vermeldt ook nog ontkleurde ontlasting.
Helaas weten we niet of de ME+Gilbert-patiënten ook al Gilbert hadden voordat ze ME kregen, zodat de vraag of Gilbert inderdaad erfelijk is, in het ongewisse blijft.

Nog een citaat uit 'Diagnose en Therapie': "Bilirubine, het afbraakproduct van hemoglobine (=rode bloedkleurstof-red.), words in de lever geconjugeerd (=gebonden-red.) aan diglucoromide en in de gal uitgescheiden.
Stijging van het serumbilirubine-gehalte treedt op bij leverinsufficiëntie, obstructie (=verstopping-red.) van de galwegen of verhoogde hemolyse (=afbraak van rode bloedcellen-red.).

"Zeer zelden" (volgens D&Th) "kan een verhoogde concentratie bilirubine ontstaan door een conjugatiestoornis in de lever (bijv. afwezigheid van glucoronyltransferase = syndroom van Gilbert)."
Gilbert kan, behalve door een erfelijke afwijking, volgens D&Th worden veroorzaakt door geneesmiddelen (bijv. chloorpromazine of methyltestosteron) of door een infectie (bijv. virus-hepatitis of mononucleosis infectiosa (=ziekte v. Pfeiffer-red.).

Verder vermeldt D&Th nog stoffen met een direct hepatoxische (=leververgiftigende) werking: Alcohol, Chloroform, fosfor, Mercaptopurine, Paracetamol, Stilbamidine, tetrachloorkoolstof (=vlekoplosser), Tetracyclines (=antibioticum) en zware metalen (bijv. kwik, cadmium).

Stoffen die een klinisch beeld kunnen veroorzaken dat niet te onderscheiden is van chronische actieve (virus) hepatitis : Aspirine, Chlorpromazine, Halothaan, Isoniazide, Methyldopa, Nitrofurantoine, Oxyfes atine, Paracetamol.

Aangezien ME-patiënten volgens elektro-acupuncturisten een slecht functionerende lever hebben en sommige Amerikaanse onderzoekers 'alcohol-intolerantie' zelfs vermelden als een van de kenmerkende symptomen van ME, lijkt het geen overbodige maatregel de bovenstaande stoffen zoveel mogelijk te vermijden.

Tot zover de bilirubine. Een van de briefschrijvers vermeldde nog dat bij een bloedonderzoek het hemoglobinegehalte (de Hb) normaal was, maar dat haar rode bloedcellen een afwijkende vorm hadden en erg groot waren.
Een beeld dat je, volgens haar arts, soms ziet bij topsporters.

"M'n huisarts vond de situatie enigszins komisch, omdat ik met moeheidsklachten kwam. Achteraf denk ik dat ik toch een soort topsport bedreef door, in mijn slechte conditie, toch voor m'n twee peuters, huishouden e.d. te zorgen".
Dit is voor het eerst dat we iets lezen dat het onderzoek van dr. Simpson in Nieuw Zeeland bevestigt.

Hij zegt dat de rode bloedcellen van bijna alle ME-patiënten die hij heeft onderzocht (in Nieuw-Zeeland, Australië en Californië) afwijkingen in vorm en plasticiteit (=buigzaamheid) vertonen. Volgens Simpson zou die slechte plasticiteit van de rode bloedcellen een verminderde doorstroming in fijne haarvaten kunnen veroorzaken.

SPECTscans van andere onderzoekers hebben inmiddels herhaaldelijk laten zien dat de doorbloeding in bepaalde hersendelen van ME-patiënten veel minder is dan bij controlepersonen, terwijl juist in de hersenen veel fijnvertakte haarvat-netwerken voorkomen.

Nu we het toch over de hersenen hebben: Een dag voor de deadline ontvingen we een present-exemplaar van de paperbackversie van dr. Jay Goldstein's boek 'Chronic Fatigue Syndromes: The Limbic Hypothesis'. We hebben nog geen tijd gehad om het te lezen, maar de cover is bezaaid met lovende kritieken van zeer vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers.

De voordracht die Goldstein in Albany hierover hield was zeer indrukwekkend, maar we vonden de aanschaf van de hardcover toen te duur ($ 90,-). De paperback kost $ 49,95, exclusief verzendkosten. Geinteresseerden kunnen het boek bestellen bij de uitgever,
The Haworth Medical Press, 10 Alice Street, Binghamton, New York 13904-1580, U.S.A.,
onder vermelding van 'Chronic Fatigue Syndromes/Goldstein, Softbound'.
Je kunt het vereiste bedrag ($ 49,95 + $ 4,50 porto) bijsluiten of het rekeningnummer van je Visa, Mastercard of American Expresscard + de vervaldatum vermelden (en natuurlijk je naam en acres niet vergeten).
Creditcardhouders kunnen ook, met vermelding van hun creditcardnummer en vervaldatum, per fax bestellen: 09-01-607-722-6362.

In Meeting Mace nr. 39 [van ANZMES (N.Z.) Inc., P.O.Box 35-429, Browns Bay, Auckland 10, New Zealand] vonden we een artikel van Jay Goldstein over de behandeling van Chronic Fatigue Syndrome met nitroglycerine:

"Mijn praktijk bestaat bijna uitsluitend uit patiënten met chronic fatigue syndrome en fibromyalgie, raadselachtige aandoeningen waarvoor nog geen effectieve behandeling bestaat.
Omdat ik het idee had dat de symptomen van CFS wel eens veroorzaakt zouden kunnen worden door een beperking van de invloed van Interleukine-1 beta op het centrale zenuwstelsel, heb ik gedurende twee maanden iedere CFS-patiënt die me bezocht een lage dosis (0,04 mg-0,15 ma) nitroglycerine onder de tong gegeven.

Nitroglycerine words in het lichaam afgebroken tot stikstofoxide (NO).
Interleukine-1 beta stimuleert een enzym dat de synthese van NO uit L-arginine katalyseert.
Als er iets mis is met de productie of functie van Interleukine-1 beta, words er minder NO geproduceerd, hetgeen een beperking van de glutaminerge neurotransmissie tot gevolg heeft.

CFS-patiënten met de 'tender points' die karakteristiek zijn voor fibromyalgie reageerden op deze behandeling, terwijl het bij degenen zonder specifieke fibro-verschijnselen geen effect had.
Ongeveer twee derde van de CFS+fibro-patiënten had baat bij de nitroglycerine-therapie.

De effecten waren:

1) Duidelijke vermindering van de pijn, soms gepaard gaande met het bijna verdwijnen van de druk-gevoeligheid;
2) meer energie;
3) een verbeterde stemming, doorgaans beschreven als 'meer relaxed', maar soms als 'lichtelijk euforisch';
4) verbeterde cognitieve functie, of minder 'wazigheid';
5) beter kunnen zien (de beelden schuiven niet meer door elkaar).


Deze veranderingen traden na ongeveer drie minuten na inname op en duurden gemiddeld 1-3 uur. Vrouwen raageerden beter op de behandeling dan mannen. De doorsnee patiënt kreeg drie keer per dag 0.075 mg nitroglycerine onder de tong.

Een probleem bij behandeling is, dat bij de patiënten vaak een snelle gewenning aan nitroglycerine optreedt, zoals dat ook voorkomt bij mensen die het krijgen toegediend voor de behandeling van angina pectoris.
De behandeling had het meeste effect bij patiënten met zeer ernstige symptomen, die al jarenlang invalide waren en tevergeefs allerlei medische en psychiatrische therapieën hadden ondergaan.
Sommige van hen gingen 20 punten vooruit op de 'Karnofsky Performance Scale'.

De lage doses nitroglycerine die ik gebruikte werden goed verdragen.
Hoofdpijn werd het meest als bijwerking genoemd, maar de hoofdpijn verminderde meestal na langer gebruik of na een verlaging van de dosering.

De specifieke werking en bijwerkingen van nitroglycerine zijn uitgebreid beschreven en het staat al jarenlang als een veilig geneesmiddel geboekstaafd.
Ik denk dat het gebruik van nitroglycerine als een soort farmacologisch testmiddel meer licht zou kunnen werpen op de pathofysiologie van CFS.
Gezien mijn ervaringen in de afgelopen tijd zou ik nu verbaasd zijn, als de nitroglycerine-behandeling bij een CFS-patiënt met fibromyalgie geen verlichting van de symptomen bewerkstelligt."

Tevens stond in 'Meeting Mace' nr. 39 een uittreksel van het artikel 'Abnormalities in essential amino acids in patients with Chronic Fatigue Syndrome', door K.K. Eaton en A. Hunniset in the Journal of Nutritional Medicine 1992, 2, 369-375.

Een paar citaten: "Uit een groep van 21 CFS-patiënten bleken 15 een tekort te hebben aan een hele serie aminozuren, terwijl het niveau van sommige aminozuren was verhoogd.
Een tekort aan Methionine kwam het meest voor (bij 11 patiënten). Een significant tekort aan Methionine zou een van de oorzaken kunnen zijn van de depressieve en allergische symptomen van CFS.

In zo'n situatie is suppletie met Methionine aan te raden.
Er was een gespreid patroon van lage waarden wet betreft de andere aminozuren. Valine- en isoleucinewaarden waren bij sommigen verlaagd en bij sommigen verhoogd.
Er is dus geen duidelijk beeld. Het is mogelijk dat de tekorten een gevolg zijn van een door enterovirussen beschadigde dunne darm, waardoor het absorbtievermogen daarvan is afgenomen.
Daarom zou een behandeling die erop is gericht de beschadigde darm te genezen, veel therapeutisch effect kunnen hebben."(Van dit onderzoek is al eerder meldinggemankt in MEdium, 1992, nr. 3, blz. 33 - red.)

Toni Jeffreys schrijft in 'Meeting Place' dat zij heeft gesproken met een industrieel chemicus die haar vertelde dat hij, omdat z'n zoon van 20 kaal begon te worden, onderzoek heeft gedaan naar shampoos en andere cosmetica.

Hij ontdekte dat de meeste shampoos schadelijke chemicaliën bevatten, die via de hoofdhuid in het bloed terechtkomen.
Dit ken leiden tot haaruitval bij mensen die voor die stoffen gevoelig zijn, of tot allergische raacties elders in het lichaam.
Deze stoffen irriteren ook de talgklieren, waardoor een vet wordt gevormd dat de haarzakjes verstopt.
De meest schadelijke stof die in bijna alle shampoos zit is natrium lauryl sulfaat (sodium lauryl sulfate). Dat is een bijtende stof die ook wordt gebruikt voor het schoonmaken van garagevloeren en motoren.
Het meest voorkomende ingrediënt in hand- en gezichtscremes is propyleen glycol, een stof die huidirritatie, leverafwijkingen en nierbeschadigingen kan veroorzaken.....

Zie Jules voor meer diepgaande wetenschappelijke en achtergrondinformatie



10 "The antiviral and antioxidant activity of....[some ingredients*] in Crataegus were evaluated....[They] exhibited significant inhibitory activity against herpes simplex virus type 1....[One such] compound....was shown to [a] scavenger for the [harmful] hydroxyl radical....[another] had the highest antioxidant activity [compared to other similar fruits.]"
Shahat, Cos, De Bryne, Apers, et al, in Planta Med., vol. 60, 2002.

Hawthorn for Heart Disease, Herpes: "The cardiovascular effects [of hawthorn berry, include] the ability to increase the integrity of the of the blood vessel wall and improve coronary blood flow.... 10

"The recommended daily dose of hawthorn is 160-900 milligrams of extract of the leaves of flowers administered in two or three doses....Hawthorn has shown promise in the treatment of N.Y. Heart Assn.... congestive heart failure in....clinical trials.

"At therapeutic dosages [high end of number stated above] hawthorn may cause a mild rash, headache, sweating, dizziness, [etc.] and gastrointestinal symptoms. Hawthorn may interact with vasodilating medications [such as coumadin brand of warfarin and aspirin] and may [increase] or inhibit the actions of drugs used for heart failure, hypertension, angina, and [irregular heart beat.]"1.

"Procyanidins [in hawthorn, blueberry & strawberry] caused ....[beneficial] aorta relaxation in animal tests.2.

"Hawthorn fruit extract has been shown to have many health benefits including being cardiovascular protective, [and reducing blood pressure and lowering harmful cholesterol]. ....The present [beneficial] results [of our tests]....suggest that part of the [heart and blood vessel protection] is due to [its anti-oxidant activity] and its maintaining the concentration of [vitamin E] in human [blood components.]" 3.

"[Our] results suggest that....[hawthorn] inhibits cholesterol absorption...." 4.

"....[our analysis of the tests with 36 human subjects with mild high blood pressure....] [....resulted in] a promising reduction in the resting diastolic blood pressure at week 10 in the 19 subjects who were assigned the hawthorn extract, compared  with the other groups." (Emphases added.) 5.

"The antiviral and antioxidant activity of some extracts....from [hawthorn]....exhibited significant inhibitory activity against herpes simplex virus type l. 6. (Emphasis added.)

By Drs. Rigelsky & Sweet, McGuire Vet. Affairs Med. Ctr., Richmond, VA, pub. In Amer. J. Health Systems, vol. 59, 2002.

2 Drs. Kim, Kang, Kim & Kim, College of Pharmacy, Seoul Nat'l. U., Korea. pub. in Life Sciences, vol. 67, 2000.

3 Drs. Zhang, Chang, Zhu, et al, Dept. of Biochemistry, Chinese U. of Hong Kong, Shatin, China, pub. in J. Nutritional Biochem., vol. 12, 2001.

4 Drs. Zhang, Ho, Huang, et al, Dept. of Biochemistry, Chinese U. of Hong Kong, pub. in Journal of Nutrition, vol. 132, 2002.

5 Drs. Walker, Markis, Morris & Robinson, School of Food Biosciences, U. of Reading, Whiteknights, Reading RG6 6AP, UK. Pub. in Phytotherapy, vol. 16, 2002.

6 Drs. Shahat, Cos, De Bruyne, Apers, Hoummouda, et al, no affiliation given. Pub. in Planta Med., vol. 68, 2002.


11 - The unpredictability of genetic engineering is a cause for serious concern about the safety of GE food.
It was not until 10 years after Monsanto constructed its Roundup Ready soybeans that it discovered two extra bacterial DNA inserts in the seeds that it did not know were there (Palevitz 2000).
To this day scientists still don’t know how they got there, and while the US regulatory agency says it doesn’t matter, the food is still safe, some scientists are more cautious.
‘As a result of the random location of the inserted gene and absence of regulating factors, unknown interactions can take place between inserted genes and the rest of the plant genes, causing unexpected outcomes.’
Heaton S. 2001. Organic Farming, Food Quality and Human Health. Soil Association, Bristol, UK


12 . RH. Lindsay, E. Gaitan, R. L. Jolley, J.B. Hill and R.C. Cooksey, VAMC and UAB Medical Center, Birmingham, AL, VAMC and U of MS Medical School, Jackson, MS, and Chemical Technology Division, Oak Ridge National Lab
- Endemic goiter affects over 400 million people worldwide. Iodide deficiency is the primary cause of this problem, but high goiter prevalence persists in certain geographical areas despite adequate iodide intake presumably due to the ingestion of goitrogens present in food and/or water.
Several findings sugggest that coal and shale may be the source of environmental goitrogens in water supplies which have been linked to goiter endemias in certain coal-rich areas of the U.S. and Columbia, S.A.
In this report the potential antithyroid activities of compounds identified in aqueous effluents from coal conversion processes were assayed in thyroid peroxidase (TPO) and thyroid slice systems.

The most abundant water soluble compounds derived from coal are dihydroxyphenols, thiocyanate, disulfide and hydroxypyridines. The dihydroxyphenols resorcinol, 2-methylresorcinol and 5-methylresorcinol (orcinol) were 26.7, 22.5, and 7.2 times more potent, respectively than the antithyroid drug 6-propylthiouracil (PIU).
Other dihydroxyphenols and thiocyanate were less potent but comparable in activity to PIU.
All dihydroxypyridines and 3-hydroxypyridine produced inhibitory effects comparable to PIU. None of the disulfides inhibited TPO. The net antiperoxidase effects of mixtures of coal-derived goitrogens were equivalent to or greater than the sum of the effects produced by individual compounds.
The results presented demonstrate that many of the major water-soluble compounds present in coal and shale exert potent antithyroid effects and the true goitrogenic potential of these pollutants appears to be due to the combined effects of the component compounds rather than to any single shale compound. The results support the hypothesis that coal and shale may be the source of organic antithyroid contaminants in water supplies and that these contaminants may be a major contributing factor to the high goiter prevalence observed in certain areas with watersheds rich in coal and shale.

2,4-DIHYDROXY-3-METHYLBENZALDEHYDE Synonym methylresorcinol. CAS n° 6248-20-0
The acute oral LD50 in mice of a 50% w/v mixture in corn oil exceeded 5 g/kg based on 2/10 deaths at that dose, and the acute dermal LD50 in guinea pigs of a 50% w/v mixture in corn oil exceeded 5 g/kg based on 1/10 deaths (Moreno, 1980).


13 J, Krop, M.D., J. Swierczek, M.D., Toronto, Ontario
APPLICATION OF SAUNA THERAPY IN AN ASTHMATIC PATIENT INTOXICATED WITH GENERAL VOLATILES
S.M. is a 19 yr old girl whose chronic illness began at age 2 ½ . Since that time she has been suffering from recurrent URI, severe asthma, recurrent UTI, irritable bowel syndrome, depressions, and PMS. Sensitivities developed to all antiasthmatic medications.
Attacks of asthma, brought on premenstrually, could only be controlled by Solumedrol or 15 gm of Vit. C., I.V.
She had been exposed to general volatile (GV) and pesticides throughout her life. Environmental control, desensitization for inhalants, chemicals, foods and therapy for candidiasis and PMS did not bring expected results.
Sauna was used in an attempt to detoxify the patient. After 21 daily applications of sauna therapy the patient was free from the majority of symptoms.
The following table presents pre- and post-treatment levels of GV.

GVST (ppb units) Pre-sauna Post-sauna
Toluene

Xylene

Trimethylbenzene

Chloroform

Dichloromethane

Tetrachloroethylene

1,1,1-Trichloroethane
0.5

0.3

0.6

18.5

0.7

0.7

0.0
0.6

0.0

0.0

0.0

0.0

0.5

0.3 (new)
We conclude that the variety of symptoms related to GV intoxification cleared up after blood levels of most of the GV were not detectable.
Thus, sauna therapy appears to be an effective method for GV detoxification.

15
Pereira, Jacobs, van Horn et al (2002) "Diary consumption, obesity and the insuline resistance syndrome in young adults". JAMA 287.

16
New England Journal of Medicine, 11 maart, 2004


17
W.P. Parodi in diverse onderzoeken van 1997-2002


Bakker, Twisk, Uitterlinden,v. Mechelen, Pols, Kemper: Genetic determinants and gene environment interactions in relation to lumbar bone mineral density in young adults Amsterdam 2004

18
A.Trichopoulou, univ.v.Athene 2003, F. Hu, New Eng J of Med. 0403

19
prof. G.F Judd, Member Emeritus, American Chemical Society, zie hier


20
E.E Edgarth et al Journal of Internal Medicine 255, 2004: onderzoek onder 8000 personen: het drinken van 5 koppen koffie of meer blijkt het risiko op diabetes 45% (bij mannen) / 27% (bij vrouwen) van het risiko van mensen die 2 of minder koppen koffie dronken.
Voor 'impaired glucoseintolerance' (IGT) bedroegen deze percentages 63, repect. 47 !
Bij vrouwen met een normale glucosetolerantie was koffieconsumptie geassocieerd met een beter functioneren van de bètacellen en een verminderd risiko op insulineresistentie.
In dit soort onderzoek wordt niet altijd 'gewogen' op andere (consumptie)patronen, die mogelijk samenhangen met een hoger of lager koffiegebruik. Misschien is de theedrinker een fanatiek snoeper of bankligger...
Dit is weer een voorbeeld van de ontoegankelijkheid van belangrijke informatie: wil je de details van de onderzoeksopzet weten, ook als je op internet zoekt, dan zul je vaak moeten betalen... (tenzij deze info toevallig verkrijgbaar is bij de plaatselijke bibliotheek van het academisch ziekenhuis... en kost dan nog teveel tijd).


21
Gentech convenant verkwanselt belangen milieu, boeren en consumenten
29 Oktober 2004
Greenpeace Nederland/Amsterdam

Overheid en bedrijfsleven verkopen de consument fabeltjes als zij beweren dat de teelt van genetisch gemanipuleerde gewassen en gewone teelten best naast elkaar kunnen bestaan zonder milieuvervuiling. De zogenaamde 'coëxistentie' van gentechvelden in Nederland naast velden met biologische gewassen is in werkelijkheid onmogelijk. Vier van tien willekeurige potten honing van binnen en buiten de Europese Unie, bevatten onbedoeld genetisch gemanipuleerd stuifmeel, zo blijkt uit een steekproef. Die is uitgevoerd in opdracht van Greenpeace en Goede Waar & Co door een onafhankelijk laboratorium. Bloemetjes en bijtjes houden zich niet aan convenanten.



Onder druk gezet door de overheid en gentechbedrijven maken biologische boeren in Nederland nu afspraken over gentechvrije zones rond hun velden. Zo zou genetische gemanipuleerde landbouw in Nederland mogelijk worden naast gentechvrije biologische landbouw. Maar het zijn onhaalbare afspraken, want vervuiling door uitkruising is in landen waar al genetisch gemanipuleerde gewassen groeien onafwendbaar gebleken, weten ook wetenschappers, boeren en bedrijven. Bloemetjes en bijtjes houden zich niet aan convenanten, gemanipuleerd stuifmeel reist dwars door de afgesproken 'isolatiezones' rond biologische velden. Bijen nemen het stuifmeel van de plant mee naar hun honingvoorraad. Afspraak of niet: overheid noch boeren kunnen dit tegenhouden.

Biologische boeren dreigen keurmerk te verliezen
De realiteit is dat, indien gentech-teelt wordt toegelaten in Nederland, de gewone en biologische landbouw besmet zal raken met gentech. Alle boeren die gentech in hun oogst krijgen, zullen dat op hun etiket moeten zetten en daarvan schade ondervinden. Alle boeren, maar vooral biologische boeren die principieel geen gentech willen, worden de dupe van de afspraken over coëxistentie. Ze verliezen hun keurmerk. Verzekeraars lijken niet bereid dit risico te verzekeren. De boosdoeners, de telers van genetisch gemanipuleerde gewassen of de veredelaars willen niet. Juist de partijen die geen gentech willen, de boeren en de consumenten, draaien op voor de kosten en de risico's.

Omgekeerde wereld
Dit is toch de omgekeerde wereld? Betalen voor iets waar je niet om gevraagd hebt? Een klein aantal agrochemische multinationals heeft deze planten in het milieu gebracht in de hoop op snelle winsten. En nu raakt de hele wereld ermee opgescheept en hebben we het letterlijk maar te slikken. Overtuigende aanwijzingen voor enig nut ontbreken volstrekt. Overheid en wetenschap willen blijkbaar bewust iedereen in slaap sussen totdat er een onomkeerbare situatie ontstaat. Maar het is nog niet te laat! Zolang de gewassen alleen aan de overkant van de oceaan staan, in de VS, Canada en Argentinië, is het nog niet te laat. Maar dan moeten we ervoor zorgen dat deze gewassen niet in Europa geteeld gaan worden. Alleen dan kun je voorkomen dat de gehele voedselketen en het milieu besmet raken. Ophouden dus met die onzin over 'coëxistentie'. Gewoon Europa vrij houden van genetisch gemanipuleerde gewassen. En duidelijk álles etiketteren waar gentech gewassen inzitten. Zodat je als consument zelf kunt bepalen wat er wel en niet met je lijf en het milieu gebeurt.

Gentech; onbegrepen en onvoorspelbaar
Al jaren waarschuwt Greenpeace tegen de gevaren van genetische manipulatie. Het is een techniek die grotendeels nog onbegrepen en onvoorspelbaar is. De gevolgen voor mens en milieu zijn nog grotendeels onbekend. De zogenaamde coexistentie met behulp van isolatiezones is onrealistisch. Eenmaal losgelaten in het milieu is er in de gentech landbouw geen weg terug meer - gentech zal uiteindelijk met hulp van bloemetjes en bijtjes op onvoorziene en onbedoelde plaatsen terechtkomen. Boerenorganisaties denken nu afspraken te kunnen maken, maar snijden in werkelijkheid de keuzevrijheid van boeren en consumenten de pas af. Genetische gemanipuleerde mais van het bedrijf Ciba Geigy is een voorbeeld van deze praktijken in Nederland...


22
Een neurologisch overzicht van gevolgen van stress is hier te vinden.

  •  
    STRESS-PROOF YOUR BRAIN
    By Dr. Joseph A. Debé

    "The body
    responds in the same way. What happens when we experience stress is the following:

    1. specific areas of the brain become activated,
        resulting in the release of adrenocorticotropin hormone (ACTH) from the pituitary gland.
    2. ACTH travels through the bloodstream to the pair of adrenal glands, which are located above the kidneys.
    3. The adrenal glands respond by secreting cortisol and dehydroepiandrosterone (DHEA)
        into the bloodstream.
        These two hormones circulate throughout the body exerting a powerful influence on virtually every tissue.
        The body produces these hormones on a continual basis.

    Cortisol is secreted in a distinct diurnal (24 hour) rhythm with circulating levels
    being highest in early morning and gradually declining throughout the day.

    When the body experiences stress, cortisol and DHEA levels rise above resting baseline amounts.
    Increased production of these hormones enables the body to better respond to the
    stress, largely by altering protein and carbohydrate metabolism.



    This is fine when it occurs in short episodes. When the stress is gone, the pituitary gland will register that
    the elevated stress hormone levels are no longer needed and will decrease their output
    from the adrenal glands via a reduction in ACTH stimulation.

    It is when stress becomes chronic that problems begin. With prolonged stress, the body
    prefers to make greater amounts of cortisol and subnormal levels of DHEA. This
    hormone imbalance puts the body into a catabolic state. More bad news is the fact that
    even after the stress ends, the effects may continue. What happens is that with
    prolonged elevation of cortisol, the brain loses its sensitivity to cortisol and can no longer
    monitor its circulating level. The brain therefore becomes powerless to down-regulate
    cortisol production.   Test



    A continual state of stress response, with elevated cortisol and depressed DHEA output,
    becomes the norm.

    Remember that cortisol is secreted in a circadian rhythm. Elevated midnight levels of cortisol are characteristic of this state of maladaptation to stress.

    Excessive levels of cortisol interfere with brain function in a number of ways. Cortisol
    impairs glucose transport and utilization by brain cells. Circulating glucose or blood
    sugar is the main energy source of the brain. When the brain's fuel supply is interrupted
    by high cortisol levels, impairment of learning, memory and mood can result.

    What's more, this reduction in energy supply to brain cells weakens them, making them more
    vulnerable to toxic insult. The hippocampus is a part of the brain that is particularly
    sensitive to the effects of elevated cortisol levels.


    This is the area of the brain that is damaged in Alzheimer's disease patients. In fact, people with Alzheimer's disease have been found to have elevated cortisol and reduced DHEA levels. Another line of evidence
    supporting the causative role of cortisol in dementia comes from animal studies. Rats
    injected with cortisol cannot remember how to find their way through a familiar maze.
    Upon autopsy, they are found to have signs of physical brain damage.

    Cortisol can contribute to brain damage in other ways. It increases the permeability of the blood-brain barrier. In a normal healthy state, the tissue separating the brain from the bloodstream is very selective in regard to the compounds it allows to cross into the brain. This serves to protect the brain from exposure to potentially damaging chemicals.
    Under stress, this barrier weakens, allowing toxins in the blood access to the brain. This toxic effect is multiplied by cortisol's inhibition of detoxication enzymes. Under the influence of high cortisol levels, the body winds up accumulating toxins that would normally be eliminated. What's more, cortisol interferes with the chelating function of the protein metallothionein. This results in greater accumulation of heavy metals, which can damage the brain.


    Elevated nighttime cortisol levels interfere with R.E.M. sleep, which impairs mental regeneration and produces fatigue. It also inhibits growth hormone production resulting in impaired regeneration of physical structures. The net effect is acceleration of the aging process. Additionally, depression is a common consequence of excess midnight
    levels of cortisol.

    Now that we see the damage cortisol can do to the brain, what can be done about it?
    Plenty!

    There are various nutrients that can minimize the harmful effects of cortisol. These include

    - biotin;
    - vitamin C;
    - pantothenic acid;
    - vitamin B6; zinc;
    - bioflavanoids;
    - gamma linolenic acid;
    - fish oils;
    - gingko biloba;
    - grape seed extract;
    - acetyl-L-carnitine;
    - tyrosine; beta 1,
    - 3-D glucan;
    - Siberian ginseng;
    - N.A.D.H.;
    - and other antioxidants including
      - alpha lipoic acid;
    - vitamin E and coenzyme Q10.


    The primary focus, however, should be on lowering cortisol levels. The first step in this process is to remove the precipitating stress. If mental-emotional stress is a factor, then specific techniques such as guided imagery can be used to deal with this.

    A special technique called "Cut-Thru", developed by the Institute of Heart Math, has been shown in scientific research to be very effective. Cut-Thru is a simple, quick relaxation method which has been found to result in a 23% reduction of cortisol and 100% increase of DHEA in one month's time. Meditation, tai chi, and aerobic exercise are also effective in lowering cortisol levels.

    One of the most common sources of stress is dysglycemia or poor control of blood sugar levels. Dysglycemia usually results from eating a relative excess of carbohydrates and not enough protein.

    Cereal for breakfast, a donut in the afternoon, pasta for dinner, and your cortisol levels are through the roof. Dietary carbohydrates stimulate release of the hormone insulin which, in turn, results in an increase in cortisol levels. When dietary carbohydrates are a cause of stress, consuming a good balance of carbohydrate and protein at each meal is essential. A good ratio is about 2 grams of carbohydrate for every 1 gram of protein. The source of carbohydrate should be of low glycemic index -
    this means mostly unrefined.

    Supplementation of chromium and vanadium to aid blood sugar regulation is also important. Suffice it to say, whatever stress is present needs to be eliminated or minimized in order to restore cortisol levels to normal.

    When DHEA levels are low, it is a good idea to take supplements of DHEA.
    DHEA  See Wikipedia    DHEA Debate

    DHEA protects brain cells from damage. Ideally, exogenous source DHEA is only needed for several months until a normal stress response mechanism can be restored and the body starts to produce normal levels of DHEA on its own.

    When midnight cortisol levels are elevated, supplementation of an additional nutrient is indicated. High midnight cortisol levels denote stress maladaptation - the loss of the negative feedback inhibition whereby the brain and pituitary gland down-regulate inappropriately elevated cortisol.

    Supplements of phosphatidylserine have been found to result in reduction of midnight cortisol levels.


    Incorporation of phosphatidylserine into the membranes of brain cells apparently restores sensitivity to cortisol receptors. Another similar compound, phosphorylated serine, can accomplish the same job for less money.

    The best way to determine if your symptoms are due to stress
    -  is to take an Adrenal Stress Index test.
      This laboratory test utilizes saliva samples to measure cortisol and DHEA levels.

    The patient collects four samples over the course of a typical day. The
    laboratory uses these four samples to construct a circadian rhythm of cortisol output.
    Treatment can then be customized based on these results.

    Stress can indeed impair brain function. Other important factors are nutrient deficiencies and chemical toxicity. These also can be evaluated with laboratory tests. Appropriate treatments can then be implemented.

    "How Is It Done?

    The Adrenal Stress Index is carried out by
    collecting a small amount of saliva. A test kit is
    provided for you.

    Four samples are collected over a 24 hour
    period, and these are then sent together in the
    post.

    The Adrenal Stress Index looks at a number of
    hormones related to the adrenal gland, such as
    cortisol and DHEA, and as each sample is
    analysed separately, it is possible to build a
    picture of the variations in hormone levels
    throughout the day.

    This is particularly important when assessing
    adrenal function, as the hormone levels vary
    throughout the day, with relatively high levels
    being produced early morning, and lower levels
    later in the day. This is known as the diurnal
    variation.

    The results are available to us after around 14 –
    21 days, "

    http://www.users.globalnet.co.uk/~bhealth/adrenaltest.htm

    See Medlineplus "Cortisol"  Brain Damage 

    See Pubmed

    Pubmed Cortisol
    Cognitive impairment  Cortisol

    Chronic Stress Response
    http://www.biodia.com/resources_value_of_adrenal_stress_testing.html
    Why run Functional Adrenal Stress Profiles?


    "For our metabolism, the overactivity of the ANS and increased
    cortisol secretion produce elevated levels of sugar in the blood
    ("hyperglycemia"). As little as a week of inadequate sleep, say
    75% of normal, can raise evening levels of blood sugar. If
    prolonged, what can result is a rise of insulin, the hormone
    manufactured by the pancreas to control sugar metabolism. If
    this situation goes on for a long time, continued hyperactivity of
    the ANS and elevated cortisol will lead the body down the path to
    type 2 diabetes. Elevated levels of cortisol, as in depressive
    illness, are also linked to gradual demineralization of bone."

    What are the symptoms of stress?
    Physical symptoms
    http://www.helpguide.org/mental/stress_signs.htm

    September 9, 2002

    NIH: Stress System Malfunction Could Lead to Serious, Life Threatening Disease
    http://www.nichd.nih.gov/new/releases/stress.cfm

    Stress: It's Worse Than You Think
    By: John Carpi
    Summary: Stress affects your brain and body.
    Here's what you can do to relax.

    "For example, cortisol directly impacts storage
    of short-term memory in the hippocampus. The
    stress hormones dopamine and epinephrine
    are also neurotransmitters widely active in
    enabling communication among brain cells.
    Directly and indirectly, they act on numerous
    neural networks in the brain and throw off
    levels of other neurotransmitters. Stress, it's
    now known, alters serotonin pathways. And
    through effects on serotonin, stress is now
    linked with depression on one hand,
    aggression on the other."

    "A torrent of studies catalogue how even a little
    stress can have wide-ranging effects on the
    body. Researchers have found that:

    o Epinephrine, released by the adrenal glands
    in response to stress, instigates potentially
    damaging changes in blood cells. Epinephrine
    triggers blood platelets, the cells responsible
    for repairing blood vessels, to secrete large
    quantities of a substance called ATP. In large
    amounts, ATP can trigger a heart attack or
    stroke by causing blood vessels to rapidly
    narrow, thus cutting off blood flow, says
    Thomas Pickering, M.D., a cardiologist at the
    New York Hospital-Cornell Medical Center.

    o Other substances released in the stress
    response impair the body's ability to fight
    infections. In one study, researchers tracked
    the neurohormones of parachute jumpers. They
    found an 84 percent surge in nerve growth
    factor (NGF) among young Italian soldiers
    attempting their first jump, compared with
    nonjumpers. Up to six hours after they hit
    ground, the jumpers' NGF levels were 107
    percent higher than in nonjumping soldiers.
    Released by the pituitary gland as part of the
    stress response, NGF is attracted like a
    magnet to disease-fighting cells, where it
    hinders their ability to ward off infections. An
    immune system thus suppressed can raise
    susceptibility to colds--or raise the risk of
    cancer.

    o Cortisol activation can similarly damage the
    immune system. Sheldon Cohen, Ph.D.,
    professor of psychology at Carnegie Mellon
    University, gave 400 people a questionnaire
    designed to quantify the amount of stress they
    were under. He then exposed them to nose
    drops containing cold viruses. About 90
    percent of the stressed subjects (versus 74
    percent of those not under stress) caught a
    cold. He found they had elevated levels of
    corticotrophin-releasing factor (CRY). "We
    know that CRF interferes with the immune
    system," Cohen says. "That is likely the
    physical explanation why people under stress
    are more likely to catch a cold."

    o Stress hormones are also implicated in
    rheumatoid arthritis. The hormone prolactin,
    released by the pituitary gland in response to
    stress, triggers cells that cause swelling in
    joints. In a study of 100 people with rheumatoid
    arthritis, Kathleen S. Matt, Ph.D., and
    colleagues at Arizona State University found
    that levels of prolactin were twice as high
    among those reporting high degrees of
    interpersonal stress than among those not
    stressed. Other studies have shown that
    prolactin migrates to joints, where it initiates a
    cascade of events leading to swelling, pain,
    tenderness. "This is clearly what people mean
    when they say stress is worsening their
    arthritis," Matt says. "Here we have the
    hormone released during stress implicated in
    the very thing that causes arthritis pain,
    swollen joints."

    o After being released by the pituitary gland,
    the stress hormone ACTH can impede
    production of the body's natural pain relievers,
    endorphins, leading to a general feeling of
    discomfort and heightened pain after injury.
    High levels of ACTH also trigger excess
    serotonin, now linked to bursts of violent
    behavior.

    By charting the pathways stress hormones
    take throughout the body, biological
    cartographers are doing more than mapping the
    links between stress and disease. Having
    caught cascades of biochemicals in flagrante
    delicto, researchers are diagramming the exact
    lines of communication between mind and
    body. Ultimately, they will force us to erase the
    dividing line between what is biological and
    what is psychological.

    Important as they are, elucidating the
    neurohormones released during stress and
    relating them to body systems is not even the
    whole story. If that were all there was to how
    stress works, you would expect any physical
    reaction to occur immediately, since these
    hormones typically remain elevated for only a
    short time. And you would expect everyone to
    show some physical reaction. Certainly, not all
    people suffer a heart attack or asthma attack
    when they get upset. Some seem able to take
    stress in their stride, while others routinely are
    hobbled.

    Lawrence Brass, M.D., associate professor of
    neurology at Yale Medical School, found that
    severe stress is one of the most potent risk
    factors for stroke more so than high blood
    pressure--even 50 years after the initial
    trauma. Brass studied 556 veterans of World
    War II and found that the rate of stroke among
    those who had been prisoners of war was eight
    times higher than among those veterans who
    had not been captured.
    "

    "Mindfulness Meditation

    At Santorelli's clinic, patients are taught
    mindfulness meditation, which comes out of the
    Buddhist tradition. praktitioners set aside 20 to
    40 minutes a day when they focus on calming
    and becoming aware of their bodies with the
    aim of catching them--and interrupting them--in
    the act of hyperresponding to stress. "But the
    meditation really becomes a way of life. Once
    you begin practicing you realize that whenever
    you start feeling stressed during the day you
    are able to retrieve the feelings of relaxation
    you get during deep meditation. It becomes a
    way to take a few breaths and settle down just
    when you feel like you are beginning to
    explode."

    "Relaxation Response

    One of the best-studied stress-relievers is the
    relaxation response, first described by
    Harvard's Herbert Benson,M.D. Its great
    advantage is that it requires no special posture
    or place. Say you're stuck in traffic when
    you're expected at a meeting. Or you're having
    trouble falling asleep because your mind keeps
    replaying some awkward situation.

    o Sit or recline comfortably. Close your eyes if
    you can, and relax your muscles.

    o Breathe deeply. To make sure that you are
    breathing deeply, place one hand on your
    abdomen, the other on your chest. Breath in
    slowly through your nose, and as you do you
    should feel your abdomen (not your chest) rise.

    o Slowly exhale. As you do, focus on your
    breathing. Some people do better if they
    silently repeat the word one as they exhale; it
    helps clear the mind.

    o If thoughts intrude, do not dwell on them;
    allow them to pass on and return to focusing on
    your breathing.

    Although you can turn to this exercise any time
    you feel stressed, doing it regularly for 10 to 20
    minutes at least once a day can put you in a
    generally calm mode that can see you through
    otherwise stressful situations.

    Cleansing Breath

    Epstein, who has searched the world literature
    for techniques people have claimed valuable
    for coping, focuses on those that are simple
    and powerful. He calls them "gems," devices
    that work through differing means, can be
    learned in minutes, can be done anytime,
    anywhere, and have a pronounced physic-logic
    effect. At the top of his list is the quickest of
    all--a cleansing breath.

    Take a huge breath in. Hold it for three to four
    seconds. Then let it out v-e-r-y s-l-o-w-l-y. As
    you blow out, blow out all the tension in your
    body.

    Relaxing Postures

    "The research literature demonstrates that
    sitting in certain positions, all by itself, has a
    pronounced effect," says Epstein. Sit
    anywhere. Relax your shoulders so that they
    are comfortably rounded. Allow your arms to
    drop by your sides. Rest your hands, palm side
    up, on top of your thighs. With your knees
    comfortably bent, extend your legs and allow
    your feet, supported on the heels, to fall gently
    outward. Let your jaw drop. Close your eyes
    and breathe deeply for a minute or two.

    Passive Stretches

    It's possible to relax muscles without effort;
    gravity can do it all. Start with your neck and let
    your head fall forward to the right. Breathe in
    and out normally. With every breath out, allow
    your head to fall more. Do the same for
    shoulders, arms, back.

    Imagery

    Find a comfortable posture and close your
    eyes. Imagine the most relaxed place you've
    ever been. We all have a place like this and
    can call it to mind anywhere, any time. For
    everyone it is different. It may be a lake. It may
    be a mountain. It may be a cottage at the
    beach. Are you there?

    Five--Count 'Em, Five--Tricks

    Since you can never have too many tricks in
    your little bag, here are some "proven
    stress-busters" from Paul Rosch, M.D.,
    president of the American Institute of Stress:

    o Curl your toes against the soles of your feet
    as hard as you can for 15 seconds, then relax
    them. Progressively tense and relax the
    muscles in your legs, stomach, back,
    shoulders, neck.

    o Visualize lying on a beach, listening to waves
    coming in and feeling the warm sun and gentle
    breezes on your back. Or, if you prefer,
    imagine an erotic fantasy or picture yourself in
    whatever situation makes you happiest.

    o Set aside 20 to 30 minutes a day to do
    anything you want--even nothing.

    o Take a brisk walk.

    o Keep a Walkman handy and loaded with
    relaxing, enjoyable music.

    "Beating stress is a matter of removing
    yourself from the situation and taking a few
    breaths," says Rosch. "If I find myself getting
    stressed I ask myself 'is this going to matter to
    me in five years?' Usually the answer is no. If
    so, why get worked up over it?""
    http://cms.psychologytoday.com/articles/pto-19960101-000027.html


       Cortisol test

        http://my.webmd.com/hw/health_guide_atoz/hw6227.asp



S Home Test Kit
http://www.wdxcyberstore.com/streshortes.html

C Free Test
http://www.bchealthguide.org/kbase/topic/medtest/hw6227/descrip.htm
.

23
Gezondheidsrisico's van Radonstraling door het gebruik van afval in bouwmaterialen als beton

Blootstelling aan ioniserende straling veroorzaakt, ongeacht de oorsprong, schade in het lichaam. Het belangrijkste, mogelijke lange-termijn effect is het ontstaan van kanker. In het geval van uitwendige bestraling vanuit de bodem of bouwmaterialen gaat het om doordringende gammastraling. Het gehele lichaam wordt dan vrijwel uniform blootgesteld. De kans dat dit resulteert in tumorvorming verschilt per orgaan. Organen die gevoeliger zijn voor straling dan andere zijn bijvoorbeeld het rode beenmerg en de darm. Bij radon worden vooral de longen blootgesteld, omdat de ingeademde radondochters nauwelijks over de rest van het lichaam verdeeld worden en het meest schadelijke deel van de straling, de alfa-deeltjes, niet diep in het weefsel doordringen. Radondochters gebonden aan grote deeltjes blijven in neus, keel of bovenste luchtwegen achter en zullen minder schade veroorzaken dan ongebonden dochternucliden die diep in de longen doordringen. De schattingen van de stralingsdosis door blootstelling aan radon zoals de laatste jaren gepubliceerd door ICRP, NRC, UNSCEAR en anderen verschillen een factor 2 à 3 van elkaar. Schattingen van de kans op longkanker door blootstelling aan radon zijn gebaseerd op onderzoek aan bevolkingsgroepen blootgesteld aan heel hoge radonconcentraties. Het schadelijke effect van radon kwam naar voren uit de uitkomsten van 11 onderzoeken onder in totaal bijna 68.000 mijnwerkers, die bij het werk aan radonconcentraties tot vele tienduizenden Bq/m3 waren blootgesteld, en bij wie 2.700 sterfgevallen door longkanker werden vastgesteld. Recent bevolkingsonderzoek naar longkanker in relatie tot de blootstelling aan radon liet zien dat niet alleen blootstelling aan hoge concentraties risico's inhoudt. Uit de combinatie van onderzoek aan mijnwerkers en aan de algemene bevolking zou volgen dat een rechtlijnig verband tussen blootstelling aan radon en de kans op longkanker mag worden verondersteld bij concentraties van 150 Bq/m3 of meer.
De Gezondheidsraad schatte in 2000, op basis van de meest recente inzichten, dat in Nederland 100 tot 1200 gevallen van longkanker per jaar toe te schrijven zijn aan radon. De meest waarschijnlijke schatting zou 800 bedragen, of circa 10% van het totale aantal van bijna 9.000 nieuwe gevallen per jaar. Vooral rokers lopen een risico omdat roken en blootstelling aan radon elkaar lijken te versterken bij het teweegbrengen van longkanker. De overige gevallen van longkanker zijn in hoofdzaak het directe gevolg van roken.
 
 
De KEMA - IBR- VROM-SENTER-NOVEM- Ministerie van EZ, Ministerie van SZW zijn dus verantwoordelijk voor de radongassen- radonucliden die in de vliegassen zitten en vrijkomen  met al hun verval (radon-radium) producten in de woningen.



24
EEN SLAAPMIDDEL MET VREEMDE NEVENEFFECTEN, uit Bombrief 81, mei 2006, www.debrozevlinder.be

Steeds meer mensen gebruiken slaapmiddelen in plaats van de oorzaak van hun slapeloosheid aan te pakken. Pillen zijn een comfortabele oplossing en zijn altijd makkelijker dan correcties aan te brengen bij jezelf.
Los van de negatieve effecten die deze medicijnen hebben op de biochemie in de hersenen zijn er ook nog een aantal ongewenste neveneffecten.
Zoldipemtartraat (in de apotheek te koop als Zoldipem van Merck, Bexal, Sandoz of Teva of onder de naam Stilnoct) zet er sommige mensen toe aan om, tijdens hun slaap, op te staan om te gaan eten (of zelfs autorijden).
De slachtoffers zijn zich van totaal niets bewust. Men raadt patiënten die dit middel gebruiken aan om te letten op volgende symptomen :
Ø Onverklaarbare gewichtstoename (een dame is op deze manier 50 kg aangekomen eer ze door had wat de oorzaak was).
Ø Lege verpakkingen rond het bed of in de keuken die er de avond voordien niet waren.
Ø Verwondingen omdat mensen zich in de vingers snijden als ze hun nachtelijke maaltijd klaarmaken.
De voorkeur voor bizarre combinaties is nog een eigenschap van deze nieuwe, door een medicijn geïnduceerde, kwaal. Zo eten slachtoffers rauw spek, doen ze zout op het brood of eten ze smakelijk een aantal sigaretten op die ze met boter hebben belegd.
Deze nieuwe vaststellingen mogen worden toegevoegd aan de reeds gekende problemen zoals : vermoeidheid overdag, moeilijkheden om helder te denken en verhoogd risico om te vallen.
Het ‘eetwandelen ‘ tijdens de slaap staat nog niet vermeld op de bijsluiters. Het kan nog jaren duren eer de industrie zal verplicht worden deze bijwerking aan te geven.


25 Pa en Ma (uit: http://www.kennislink.nl/web/show?id=75434&showframe=content&vensterid=811 )
Dit methyleringspatroon bepaalt de imprinting van sommige genen. Imprinting is het verschijnsel dat de genen van pa en ma niet even belangrijk zijn, in het nageslacht komen genen afhankelijk van hun oorsprong tot expressie. Mutaties in deze genen leiden tot ontwikkelingsstoornissen en zijn meestal fataal.
Van drie ingeprinte genen is de regulatie bekend. Het Igf2r-gen komt alleen tot expressie bij het moederchromosoom. Het vadergen wordt in de antisense richting afgelezen en levert een niet-coderend stuk RNA op dat het moedergen remt. De antisense streng wordt weer gereguleerd door methylering van een specifiek stuk DNA - een inprintcentrum.
Een ander voorbeeld is de expressie van het Igf2 en het H19-gen. In gemethyleerde vorm stimuleert een imprincentrum het aflezen van Jg2f en het blokkeren ven H19. Ongemethyleerd werkt het net andersom.

Compacte nucleosomen
Maar hoe ‘weet’ de cel welke stukken DNA te methyleren en welke niet? Nu komen de nucleosomen in beeld, de eiwitten de DNA-wenteltrap omheen gevouwen zit. Nucleosomen kunnen compact georganiseerd zijn, dan heet het heterochromatine en is het DNA slecht toegankelijk - voor bijvoorbeeld transcriptiefactoren. Als de nucleosomen daarentegen verder van elkaar liggen (euchromatine) dan is het DNA makkelijk te bereiken. Door de nucleosoomorganisatie te sturen van hetero- naar euchromatine, kunnen genen die daar liggen, actief worden. Het omgekeerde kan natuurlijk ook.
Nucleosomen kunnen wellicht ook direct methyltransferases beïnvloeden en zo de de novo methylering sturen.
Enzymen kunnen de nucleosoomstructuur beïnvloeden door de ‘staarten’ van de histon-eiwitten, de bouwstenen van het nucleosoom, van chemische groepen te voorzien. Het koppelen van acetylgroepen aan histonen, leidt tot euchromatine. Omgekeerd veroorzaken methylgroepen een opvouwing van nucleosomen tot inactief heterochromatine. De inactivering is dus een actief proces, enzymen moeten ‘vlaggetjes’ op histonen plaatsen zodat het DNA zich koest houdt. RNA komt hier weer om de hoek kijken omdat het (in fruitvliegen) een histon-acetyleringsenzym stimuleert.

Een deken van RNA
Dat het stilhouden van DNA een actieve bezigheid is, blijkt ook op de geslachtschromosomen. Van de twee X-chromosomen wordt bij mensen een geïnactiveerd, tot het lichaampje van Barr. Het Xist-gen vervult bij zoogdieren een sleutelrol in dat proces. Het codeert voor een groot stuk RNA dat zich tijdens de vroege embryonale ontwikkeling verspreidt over het te inactiveren X-chromosoom. De ‘deken’ van RNA belemmert het aflezen van het DNA.
Recent is een vergelijkbaar mechanisme bij Drosophila ontdekt, maar dat werkt net andersom dan bij zoogdieren. Om beide actieve X-chromosomen van de fruitvliegvrouw te compenseren, moet het mannetje zijn ene X hyperactiveren zodat de netto expressie van de chromosomen in beide geslachten gelijk is. Als bij de fruitvlieg de hyperactiverende genen verplaatst worden naar een autosoom, dan wordt dat - net zo makkelijk - geactiveerd. Het eiwit-RNA-complex dat daar verantwoordelijk voor is, herkent normaliter kennelijk bepaalde DNA-volgordes in het geslachtschromosoom. Maar eenmaal opgestart, stoomt het activatie-proces gewoon door.


26
De NORM problematiek in de fosfaatindustrie
H. Vanmarcke, SCK De Belgische fosfaatindustrie verwerkt grote hoeveelheden fosfaaterts tot fosforzuur voor diverse toepassingen waarvan de voornaamste de productie van kunstmeststoffen en veevoeders zijn.
Fosfaatertsen bevatten van nature verhoogde concentraties aan natuurlijke radionucliden. Die komen, afhankelijk van het zuur waarmee het fosfaat ontsloten wordt, terecht in de eindproducten, in gipsafval, in calciumfluorideslib en in het afvalwater.
Zwavelzuur is het meest gebruikte zuur, maar ook salpeterzuur en zoutzuur worden in België gebruikt.

De activiteiten van de fosfaatindustrie zijn duidelijk te zien op de gammakaart van de Belgische Geologische Dienst.
Voor Vlaanderen hebben we bovendien een goed idee van de productieprocessen en afvalstromen.
De vijf Vlaamse fosfaatbedrijven verwerkten tussen het begin van de jaren '20 en 2000 54 miljoen ton fosfaaterts waarin ongeveer 65 TBq radium-226 en 2,7 TBq thorium-232 vervat zat.
De totale oppervlakte aan gipsstorten en calciumfluoridestorten in Vlaanderen bedraagt bijna 300 ha. Daarnaast is er nog een omgevingsbesmetting rond de Grote Laak, de Winterbeek en aan de oevers van de Grote Nete in de buurt van Lier.
Over de impact van de fosfaatindustrie in Wallonië zijn de gegevens minder volledig. Prayon Engis produceert jaarlijks bijna 1 000 000 ton afvalgips dat voor ongeveer 70 % gevaloriseerd wordt in bouwmaterialen (plaaster, cement), in meststoffen, en in andere specifieke bedrijfstakken zoals papierproductie. Wat overblijft wordt op een bedrijfsterrein opgeslagen.


27
Do antioxidant micronutrients protect against the development and progression of knee osteoarthritis?; McAlindon TE et al. (Arthritis Center, Boston University Medical Center, Boston, Massachusetts, 02118, USA); Arthritis & Rheumatism, 39(4):648-656, april 1996


28
John Vincent. Recent advantages in the Biochemistry of Chromium (III). The Journal of Trace Elements in Experimental Medicine 16:227-236 (2003)
Pr Lay, A Levina, I Mulyani, Applied Chemistry 2004.
Binding of chromium(VI) to histones: implications for chromium(VI)-induced genotoxicity, Journal of Biological Inorganic Chemistry. maart 2006


29
Zieke ratten en Genetisch gemanipuleerde maïs:
Op 13 maart zijn de verontrustende resultaten gepubliceerd van de nieuwe risicoanalyse van de proeven met de gemanipuleerde mais MON863 in het wetenschappelijke tijdschrift Archives of Environmental Contamination and Toxicology (AECT). De wetenschappers stellen in het artikel dat met de huidige resultaten niet geconcludeerd kan worden dat de GM-mais MON863 een veilig product is. Desondanks zit deze gentechmais al volop in veevoer en ook in levensmiddelen.

Onder 't tapijt geveegd
Uit deze eerste onafhankelijke analyse van de effecten van de gentechmais MON863 van Monsanto blijkt dat ratten, die deze mais kregen, schade hebben opgelopen in nieren en lever. Ook zijn er significante verschillen in het gewicht van de ratten die gevoed zijn met de Monsanto-mais.

Monsanto wist van de effecten, maar veegde die onder het tapijt. De Europese Voedselveiligheid Autoriteit (EFSA), nam de conclusie van Monsanto onverkort over en zo heeft Brussel de genmais simpelweg als veilig bestempeld op 13 januari 2006. De Nederlandse autoriteiten volgden Brussel blindelings.

Achter slot en grendel
“Door nieuw onderzoek komen steeds meer schandalen boven tafel, die de industrie geheim probeert te houden,“ stelt Sandra Schalk, campagneleider Genetische Manipulatie van Greenpeace “Ondertussen kijken overheden de andere kant op.”

Keer op keer blijkt dat genetische gemanipuleerde producten onveiliger en onvoorspelbaarder zijn dan men dacht. Ook blijkt steeds opnieuw dat belanghebbenden en bedrijven testresultaten naar hun hand zetten. Dat is allemaal mogelijk omdat overheden hun controlerende taak niet serieus nemen.

De overheid moet ervoor zorgen dat onvoorspelbare en onbetrouwbare genetisch gemanipuleerde gewassen niet op ons bord en in de natuur terechtkomen, vindt Greenpeace. Totdat ze werkelijk veilig zijn voor mens en milieu en dit door onafhankelijke proeven en risicoanalyses kan worden bewezen, horen genetisch gemanipuleerde gewassen achter slot en grendel.

Even proeven?
De overheid neemt te veel risico’s met genetisch gemanipuleerde gewassen op Nederlandse akkers en schappen. Het ministerie van Landbouw heeft opdracht gegeven aan de Universiteit Wageningen om dit jaar weer zes proeven in open veld uit te voeren met de genetisch gemanipuleerde mais MON810 van chemiebedrijf Monsanto.

30
CAFFEÏNE en HARTKWAAL (De Gelderlander 03-04-07)

Uit onderzoek van de Nijmeegse internist Niels Riksen is gebleken dat cafeïne een belangrijk beschermend proces in het lichaam stillegt. Patiënten met angina pectoris zouden daar nadeel van kunnen ondervinden.

Ook al wil Riksen, verbonden aan de afdeling farmacologie-toxicologie van het UMC St Radboud, nog niet zo ver gaan om hartpatiënten het drinken van koffie te verbieden, vast staat wel dat vervolgonderzoek nodig is om het schadelijk effect van koffie nauwkeurig in kaart te brengen.

Riksen: "Je kunt dan vaststellen of het drinken van koffie bij angina pectoris in de praktijk leidt tot een toename van de ernst van hartinfarcten."

Voor de vele tienduizenden patiënten met angina pectoris zou een koffie-onderzoek grote gevolgen kunnen hebben.

Angina pectoris is een gevolg van een tijdelijk zuurstoftekort in de hartspier en kan een voorbode zijn van een hartinfarct. Maar angina pectoris zorgt er ook voor dat de omvang van een hartinfarct beperkt kan blijven. Dat komt omdat het lichaam bij pijn op de borst adenosine aanmaakt waardoor het hart beschermd wordt tegen een volgende periode van zuurstoftekort.

Dit beschermend mechanisme wordt echter door cafeïne, het opwekkend bestanddeel van koffie, thee, chocolade, cola en veel energiedrankjes, volledig teniet gedaan, zo heeft onderzoek van Riksen uitgewezen.

Dat veel koffie drinken (meer dan vijf koppen per dag) tot hartproblemen kan leiden is al vele jaren algemeen bekend.

"Toch komt het koffiegebruik onder hartpatiënten nauwelijks ter sprake. Over roken en bewegen worden wel adviezen gegeven"


31 Crowding and Hydration Effects on Protein Conformation, D. K. Eggers, J. S. Valentine )
"....Kosmotropic cations, e.g. Ca2+ and Li+, destabilize protein structure because they have a stronger affnity for anions than for water.
Therefore, kosmotropic cations tend to neutralize the favorable effects of existing anions on water structure; this applies to anions in the bulk solvent as well as aspartate and glutamate residues on the surface of a protein.

The preceding discussion is consistent with the additive effects of ions from the Hofmeister series and with the observation that anions generally dominate the effects of neutral salt solutions.
If these hypotheses hold true, then classifying a speci®c ion as a kosmotrope or as a chaotrope will always depend on the identity of the counterion and the pairwise influence of both ions on the ordering of water molecules".


32 Omega-3 May Cut Kids' (Diabetes Risk: JAMA , Medscape.com (27-09-07) )
A diet rich in omega-3 fatty acids helped reduce the risk of diabetes in children with a family history of the disease, according to a report in the Journal of the American Medical Association.
Data collected about the dietary intake of children at risk for Type 1 diabetes found those who ate foods rich in omega-3 fatty acids were less likely to develop islet autoimmunity, a condition which precedes full-blown diabetes. Puskas e.a. 02-2003: Short-term administration of omega 3 fatty acids from fish oil results in increased transthyretin transcription in old rat hippocampus
kwikgehalte bepaling:


33 Three Drinks Daily Ups Breast Cancer Risk:
A large study investigating the link between alcohol and breast cancer finds that 3 or more alcoholic drinks a day, whether it is wine, beer, or spirits, increases the risk of women developing breast cancer by as much as 30%. Researchers noted that the amount of alcohol consumed rather than the type of drink was key to their results. They speculate that the ethyl alcohol present in all alcoholic beverages was likely responsible for the increased breast cancer risk.
Medscape.com (27-09-07)


34
Rajput AH, Uitti RJ, Stern W, Laverty W. 1986. Can J Neurol Science 13(4):312-316



35
LC Foukas, N Daniele, C Ktori, KE Anderson, J Jensen, PR Shepherd: Direct effects of cafeïne and theophylline on p110 delta and other phosphoinositide 3-kinases. Differential effects on lipid kinase and protein kinase activities (http://www.citeulike.org/user/neils/article/2207096).
zie ook: Nature 0609

Shidong Jia, Zhenning Liu, Sen Zhang, Pixu Liu, Lei Zhang, Sang Hyun Lee1, Jing Zhang, Sabina Signoretti, Massimo Loda, Thomas M. Roberts & Jean J. Zhao: Essential roles of PI(3)K–p110 in cell growth, metabolism and tumorigenesis (Nature 25-06-08)


36 MOBIELE en UMTS STRALING

Er zijn alarmerende berichten over het gebruik van de mobiel (zie bijv.The Week, 08082008). De bij 'Info' gemelde vorming van vrije radicalen in vogelhersenen, treedt ook op in mensenhersenen, zie bijv. hier.

Een grootscheeps bevolkingsonderzoek in Koeweit liet significante schadelijke effecten zien op hersenen en metabolisme (Khamees 2007).

November 2008 heeft de WHO een wereldwijde studie gepubliceerd, waaruit een verband bleek tussen vaak mobiel bellen en hersentumoren, zie hier.



De normen in Nederland stellen niets voor: de Gezondheidsraad adviseert een norm van 87 V/m, terwijl 2009 in België een norm wordt ingevoerd van 3 V/m.
Die norm van 3V wordt al op meer plekken in Europa gehanteerd - vooral in Oostenrijk en Zweden.
De discussie daar is nu, dat die 3V mogelijk al tevéél is (regio Salzburg wil 0,6V gaan hanteren, regio Parijs 2V)!

ENKELE MEETGEGEVENS:
Een GSM geeft gemiddeld (de verschillen zijn groot) 13,6 V/m belasting bij het bellen, bij uplink zelfs 100V/m. Dus bij het aanzetten even snel naar een ander kamer.
De telefoon vóór je op tafel geeft 10V/m.
Een DECT telefoon geeft 8,4 V/m.
Voor de magnetron staande, is de belasting 9 V/m.
In de auto minimaal 10 V continu, bij bellen veel meer.
WIFI geeft veel minder: de piekwaarde is 100x zo klein...
en BLUE TOOTH geeft zelfs helemáál niets.


De stralingsbelasting (SAR) van lichaamscellen is het grootste bij de buikorganen en bovenbenen, omdat een mobiel meestal in die omgeving gedragen wordt.
Aantasting van het DNA in de voortplantingsorganen is aangetoond, maar de lever, nieren en andere organen zijn ook in gevaar.
eenzijdige DNA schade na 2 uur blootstelling aan mobiele straling onder de SAR limiet (Lai & Singh 1999-2008).

Ook de hersenen worden belast, veel erger bij kinderen en pubers, omdat die een dunnere schedel hebben, en er meer celgroei plaatsvindt.
SAR belasting bij een 5-jarige, 10-jarige en volwassene (dezelfde mobiel).


Vrouwen in verwachting moeten nóg veel meer uitkijken !
Pictures of deadly EMF induced abnormalities in  embryos. 
(Farrell et al, 1997)


Pictures (a)-(d) show normal, unexposed embryos following a 48 hour incubation. The spinal cord is the "tail" of the embryo, and the neural tube inside this appears completely normal; so does the developing brain. /
<
Picture (h) is a transverse section at the level of the hindbrain for embryo (a) as indicated by line (h) in picture (a). This brain is normal.

Pictures (e)-(g) and (i) show neural tube and brain defects induced by electromagnetic fields. In (e)-(g) arrows indicate neural folds of open neural tubes in the spinal cord. This is an abnormality known in humans as spina bifida or anencephaly. The hindbrain shown in (i) of embryo (g) is abnormal - totally flattened - compared to the normal brain shown in (h).
There is a biochemical explanation to this. EMFs significantly change the activity of the important growth enzyme ODC (also related to cancer), making the availability of the enzyme inappropriate at critical stages in the development of the embryos. For example, during neurolation (formation of the neural tube) the activity of the enzyme is too little, causing the incomplete closure of the neural tube on the chicken embryos shown above!
 Birth defects are the single leading cause of infant mortality in the United States. Two common defects of the central nervous system contribute substantially to this total. These defects are anencephaly and spina bifida which are defects of neural tube closure or Neural Tube Defects (NTDs). NTDs are malformations of the developing brain and spinal cord and have an average prevalence rate of NTDs is 1 per 1,000. They are caused by a failure in the process of neural tube closure. Under normal conditions, the nervous system forms a closed tube after 4 weeks of gestation. But for unknown reasons, sometimes the neural walls do not fuse or become enlarged. This can result in both major or minor birth defects. (zie ook dit bericht)



"Maandag 23 juni 2008 heeft Dirk Adang, een onderzoeker verbonden aan de Katholieke Universiteit van Leuven, met verve een doctoraatsonderzoek verdedigd dat de olijke gsm-gebruikers en draadloze surfers onder ons tot nadenken zou moeten stemmen. In zijn onderzoek is hij nagegaan welke impact de langdurige blootstelling aan gepulste elektromagnetische straling (gsm's, antennes, WiFi, …) heeft op de gezondheid van ratten. De resultaten? Een verdubbelde mortaliteit, verstoring van de immuniteit, aantasting van het geheugen en allerhande tumoren. Neem daar nog de vermoedens van vroegtijdige veroudering bij en het is wel duidelijk dat deze studie niet bepaald in de smaak zal vallen bij bedrijven uit de draadloze communicatiesector (uit Beperk de Straling). Zie hier voor het volledige rapport.


hier is een literatuuroverzicht van DNA en chromosomen-schade te vinden.

De hersenchirurg Khurana is ervan overtuigd, dat het wachten is op de kankerepidimie als gevolg van de mobiel...

Er zijn speciale schildjes te koop, die de straling naar het lichaam tegenhouden. Headsets geven ook SAR, ook daar zijn afschermclipjes tegen te koop. Die afschermplaatjes verschillen in kwaliteit, zie de onderstaande link naar RFSafe.
Er zijn grote verschillen tussen verschillende modellen en merken mobiels, de ene geeft wel 6x zoveel SAR als de andere. De fabrikant is verplicht, om hier informatie over te verstrekken (FCC nummer - onder de batterij - bij de hand houden).

Een antenne (losse mobiel) IN de auto moet vermeden worden, omdat de auto dan als magnetron gaat werken (rood en geel is het gevaarlijkste gebied).

Muizen die bij een 'zenderpark' van UMTS masten verbleven, waren duidelijk aangetast. Zie voor meer info rfsafe.com (waar ook de plaatjes hier vandaan komen), en de blog van verslaggeefster Pauline Veen. Alleen haar advies om headsets te gebruiken is discutabel - draadloze headsets opererend binnen de 3GHz frequentie of geven nog steeds 1/3 van de SAR , terwijl bij headsets met onafgeschermde draad, die draad als antenne functioneert, en RF signalen deels doorstuurt in de koptelefoon.
Alleen draadloze headsets met infrarood geven helemaal geen SAR (met afgeschermde achterkant van de mobiel). Blue Tooth is een oplossing, die maar heel weinig SAR geeft, en daarom ook aan te bevelen.

Het nieuwste onderwerp in dit rijtje is de massale bijensterfte van de laatste jaren, die door velen toegeschreven wordt aan de nieuwe digitale UMTS* masten, omdat het oriëntatiegevoel van de bijen verstoord raakt - zo voorkomt een mobiel naast de ingang van de bijenkorf, dat de bijen naar binnen gaan. Maar hier zijn de meningen verdeeld over, en zijn er mogelijk verschillende oorzaken.
Duivenmelkers klagen steen en been over de grote verliezen tegenwoordig aan jonge (en wedstrijd) vogels, die de weg naar het nest niet meer kunnen vinden. Ook hier wordt een verband gelegd met de elektromagnetische oriëntatie die duiven gebruiken.
Mei 2010 werd een onderzoek bekend naar het gedrag van bijenvolken onder invloed van mobiel-straling.
Het blijkt dat een bijenvolk compleet platgelegd kan worden door deze straling. Op het einde van de onderzoeksperiode had het blootgestelde volk geen honing en pollen meer in de korf.


* Volgens prof. Adlkofer, expert op het gebied van RF straling en DNA schade, is UMTS nog eens 10x zo schadelijk als de 'oude' GSM straling.



37 : Jiangang Chen, Ki Chang Ahn, Nancy A. Gee, Mohamed I. Ahmed, Antoni J. Duleba, Ling Zhao, Shirley J. Gee, Bruce D. Hammock, and Bill L. Lasley Triclocarban Enhances Testosterone Action: A New Type of Endocrine Disruptor? Endocrinology, Mar 2008; 149: 1173 - 1179
37 Xinguo Jiang,1 Nicole M. Patterson,1 Yan Ling,2 Jianwei Xie,2 William G. Helferich2 and David J. Shapiro1 Endocrinology Jiang et al. doi: 10.1210/en.2008-0857
Genistein Induced PI-9 Blocks Immunosurveillance
Low Concentrations of the Soy Phytoestrogen Genistein Induce Proteinase Inhibitor 9 and Block Killing of Breast Cancer Cells by Immune Cells*


Published online 18 June 2008 Nature 453, 964 (2008) Brendan Maher
Lab disinfectant harms mouse fertility - Cage-cleaning chemicals cause birth defects and fertility problems in mice.

Two chemicals widely used in cleaning agents for homes, offices and hospitals cause birth defects and fertility problems in mice whose cages have been in contact with them, according to Patricia Hunt at Washington State University in Pullman.
The quaternary ammonium compounds ADBAC (n-alkyl dimethyl benzyl ammonium chloride) and DDAC (didecyl dimethyl ammonium chloride) were identified after an exhaustive search for what was causing a massive drop-off in mouse fertility after Hunt moved her research animals to Pullman from Case Western Reserve Medical School in Cleveland, Ohio, in 2005.

J Lee, 20-06-08:
"We recently had firsthand experience of this in our lab, when Quatricide, which is used in our facility as a floor cleaner and also contains quaternary ammonium compounds, was mistakenly used to disinfect forceps used during cage changing. We had many deaths in the following week, and now, 5 weeks later, we're having fertility problems with the survivors. Our institute has since changed its operating procedures so that this mistake cannot happen again"


39:


Coley's results have been tabulated by his daughter, Helen Coley Nauts, D.Sc., former executive director of the Cancer Research Institute, Inc., in New York City [11]. She and her medical colleagues have documented 894 cases treated with Coley's vaccine. Examples:



Other 5-year survival rates: 67% in Hodgkin's disease, 67% in inoperable ovarian cancer, 60% in inoperable malignant melanoma. Overall, patients with inoperable tumor of various kinds had 45% 5-year survival, while those with operable tumors had 50%.

In 1962, Dr. Barbara Johnston, M.D. published a double blind study on Coley's toxins. This study was conducted at New York University-Bellevue Hospital. The results were clear-cut. In the control group treated with fever inducing placebo, only one patient of 37 showed any signs of improvement. Of the 34 patients treated with Coley's toxins, 18 showed no improvement, 7 noted decreased pain while 9 showed such benefits as tumor necrosis, apparent inhibition of metastases, shrinkage of lymph nodes, and disappearance of tumors.



In 1982 at the conference held in Cologne, Germany, Mrs. Nauts reported the first results of randomized trials of MBV (Coley's toxins) begun in 1976 at Memorial Sloan-Kettering: Advanced non-Hodgkin's lymphoma patients receiving MBV had a 93 percent remission rate as opposed to 29 percent for controls who received chemotherapy alone.

Sinds 2006 loopt er weer een langdurige studie naar de therapeutische waarde van Coley's toxines.





40:
COX en LOX, LINOLZUUR en EICASONOÏDEN


LOX enzym wordt aangemaakt onder invloed van voeding, en is belangrijk voor het bindweefsel.
Een overmaat aan LOX werkt echter kankeruitzaaiend, zie BBC 080309.

uit: Centrum voor Regulatie geneeskunde:
"Laaggradige ontsteking is een licht verhoogde activiteit van een deel van het immuunsysteem als gevolg van een niet-lokale (op meerdere plaatsen in het lichaam voorkomende) ontsteking van lage intensiteit. Deze ontsteking kan heel lang symptoomloos verlopen. Bij laaggradige ontsteking is sprake van verhoogde niveaus van pro-inflammatoire markers, zoals IL-6, TNF-α, fibrinogeen en CRP. Het ontstaansmechanisme verloopt uiteindelijk altijd als volgt: er ontstaat een overmaat aan arachidonzuur uit linolzuur of door rechtstreekse opname uit de voeding (vlees, landdieren) en/of dit arachidonzuur wordt onder invloed van een overactief COX-2 enzym (of 5-LOX enzym) omgezet in pro-inflammatoire eicosanoïden, bijvoorbeeld het sterk inflammatoire PGE2 [ref. 1]."



41:
HDAC's en kanker
HDAC's en Parkinson
kerrie en broccoli tegen prostaatkanker, Pubmed
Leef bewust: Curcuma en kanker, een literatuuroverzicht
Ethesis: fibrotische leverziekten en HDAC inhibotoren


42: Verzuring van het lichaam door verkeerde voeding
inleiding in verzuring overzicht van lichaamsverzuring en oorzaken
in de darmen huist de dood

--Ben jij verzuurd?-- door dr Henk de Valk
Meten is weten….Daarom volgt hier de methode waarmee je je zuurgraad kunt bepalen.
Methode: met behulp van PH strips, kun je de zuurgraad van je urine meten. Meet de zuurgraad van je urine op een doorsnee dag alle keren dat je plast. Bepaal een testdag. Het moet een doorsnee dag zijn. Eet niet en drink alleen water na 20.00 uur op de dag voorafgaand aan je testdag. Plas eenvoudig over een PH papiertje heen en vergelijk de kleur van het papier met de kleurschaal en lees de PH af. Registreer de waarden als volgt.

A. Het begint met de ochtend urine, dat is de eerste urine en dat is de eerste na 06.00 in de ochtend. Er zijn nu 2 mogelijkheden.
1. Deze heeft een PH lager dan 6,0
2. Deze heeft een PH hoger dan 6,0

B. Daarna bepaal je de urine PH alle keren dat je overdag plast.

Er zijn nu 3 mogelijkheden
1. De urine PH is overdag alle keren beneden de 7,0.
2. De urine PH komt 1 x op 7,0 of hoger.
3. De urine PH is overdag meerdere keren boven de 7,0

Zet alle uitslagen op papier en bepaal in welke categorie je valt:

1. ochtendurine lager dan 6,0 en dagurine alle keren onder de 7
2. ochtendurine lager dan 6,0 en dagurine 1 x 7,0 of hoger
3. ochtendurine lager dan 6,0 en dagurine meerder keren 7,0 of hoger
4. ochtendurine hoger dan 6,0 en dagurine alle keren onder de 7,0
5. ochtendurine hoger dan 6,0 en dagurine 1 x 7,0 of hoger
6. ochtendurine hoger dan 6,0 en dagurine meerdere keren hoger dan 7,0

De interpretatie is als volgt.
Mogelijkheid 6: heel goed, goede zuurgraad
Mogelijkheid 5: redelijk tot goed
Mogelijkheid 4: matig
Mogelijkheid 3: goed
Mogelijkheid 2: matig tot redelijk
Mogelijkheid 1: slecht

Nu je zuurgraad bekend is kun je bepalen wat je moet doen. Let op: gebruik je medicijnen roep dan deskundige hulp in! Je kunt nog steeds ontzuren, maar dat kun je beter onder begeleiding doen!
Corrigeren van de zuurgraad.
Mogelijkheid 3,5,6: je doet het voor wat je zuurgraad betreft goed genoeg. Je hoeft geen maatregelen te nemen
Mogelijkheid 2: je doet het matig tot redelijk. Het is voldoende meer groente en fruit te eten.
Mogelijkheid 1,4: onvoldoende. Ga onder begeleiding van een (natuur)arts ontzuren.


43
Factoren bij amyloïde vorming in het menselijke lichaam:
M Greeger 2008
Pubmed 06-09
Udayasanker e.a. 11-11-08
Larsen e.a. 14-04-05
Satarahmedy e.a. 20-10-08
Ma & Nussinov 15-05-06
Alzheimers.com
voeding en Alzheimer
Amyline
Unstable Atheroscleotic Plaques, Jackson e.a. 2007

44 Vrije radicalen en neurologische aantastingen
G.G. Ortiz e.a. 11-2008: Cellular and Biochemical Actions of Melatonin which Protect Against Free Radicals: Role in Neurodegenerative Disorders, Pubmed:
'The results strongly suggest that melatonin acts as a neurocytoskeletal protector by decreasing tau hyperphoshorylation preserving the cytoskeletal structure. Data strongly suggest that melatonin may improve cognition by impeding neuronal damage by hyperphosphorylation and through establishing new neuronal pathways'
Bayani Uttara e.a. 2009: Oxidative Stress and Neurodegenerative Diseases: A Review of Upstream and Downstream Antioxidant Therapeutic Options
Sekler e.a. 08-2008: Cognitive impairment and Alzheimer’s disease: Links with oxidative stress and cholesterol metabolism


45 Sung e.a. 05-2008: Anacardic acid (6-nonadecyl salicylic acid), an inhibitor of histone acetyltransferase, suppresses expression of nuclear factor-κB–regulated gene products involved in cell survival, proliferation, invasion, and inflammation through inhibition of the inhibitory subunit of nuclear factor-κBα kinase, leading to potentiation of apoptosis:
Anacardic acid (6-pentadecylsalicylic acid) is derived from traditional medicinal plants, such as cashew nuts and Ginkgo Biloba , and has been linked to anticancer, anti-inflammatory, and radiosensitization activities through a mechanism that is not yet fully understood. Because of the role of nuclear factor-κB (NF-κB) activation in these cellular responses, we postulated that anacardic acid might interfere with this pathway. We found that this salicylic acid potentiated the apoptosis induced by cytokine and chemotherapeutic agents, which correlated with the down-regulation of various gene products that mediate proliferation (cyclin D1 and cyclooxygenase-2), survival (Bcl-2, Bcl-xL, cFLIP, cIAP-1, and survivin), invasion (matrix metalloproteinase-9 and intercellular adhesion molecule-1), and angiogenesis (vascular endothelial growth factor), all known to be regulated by the NF-κB. We found that anacardic acid inhibited both inducible and constitutive NF-κB activation; suppressed the activation of IκBα kinase that led to abrogation of phosphorylation and degradation of IκBα; inhibited acetylation and nuclear translocation of p65; and suppressed NF-κB–dependent reporter gene expression. Down-regulation of the p300 histone acetyltransferase gene by RNA interference abrogated the effect of anacardic acid on NF-κB suppression, suggesting the critical role of this enzyme. Overall, our results demonstrate a novel role for anacardic acid in potentially preventing or treating cancer through modulation of NF-κB signaling pathway.

SALIE is zeer effectief bij het bestrijden van de schadelijke effecten van diabetes.

Tab 4  Expression levels of TGF-β1, CTGF, PAI-1 and FN in kidney cortex of rats in 3 groups (Gang e.a. 2005, Protective effects of Salvia miltiorrhiza on rats with streptozotocin diabetes)

Group

n

TGF-β1

CTGF

PAI-1

FN

Normal control

10

0.309±0.081

0.394±0.060

0.209±0.056

0.462±0.082

Untreated

9

4.820±0.241*

1.827±0.352*

0.981±0.317*

3.134±0.516*

Salvia miltiorrhiza-treated

9

2.014±0.121*△

1.309±0.223*△

0.509±0.084*△

1.948±0.253*△

*P<0.05, vs normal control group; △P<0.05, vs untreated group

THYM - onderzocht werd Thymus quinquecostatus - vermindert sterk de groei van de kankercellen K562 and HL-60 (JICM 2005).


46 GINKGO BILOBA al dan niet in combinatie met andere middelen: een kort wetenschappelijk overzicht:
Santos-Neto e.a. 10-2006: The Use of Herbal Medicine in Alzheimer's Disease—A Systematic Review
Sagar e.a. 06-2006: Natural health products that inhibit angiogenesis: a potential source for investigational new agents to treat cancer—Part 2
"The herbs that are traditionally used for anti-cancer treatment and that are anti-angiogenic through multiple interdependent processes (including effects on gene expression, signal processing, and enzyme activities) include Artemisia annua (Chinese wormwood), Viscum album (European mistletoe), Curcuma longa (curcumin), Scutellaria baicalensis (Chinese skullcap), resveratrol and proanthocyanidin (grape seed extract), Magnolia officinalis (Chinese magnolia tree), Camellia sinensis (green tea), Ginkgo biloba, quercetin, Poria cocos, Zingiber officinalis (ginger), Panax ginseng, Rabdosia rubescens hora (Rabdosia), and Chinese destagnation herbs.
Natural health products target molecular pathways other than angiogenesis, including epidermal growth factor receptor, the HER2/neu gene, the cyclo-oxygenase-2 enzyme, the nuclear factor kappa-B transcription factor, the protein kinases, the Bcl-2 protein, and coagulation pathways.
Quality assurance of appropriate extracts is essential prior to embarking upon clinical trials.
More data are required on dose–response, appropriate combinations, and potential toxicities. Given the multiple effects of these agents, their future use for cancer therapy probably lies in synergistic combinations. During active cancer therapy they should generally be evaluated in combination with chemotherapy and radiation. In this role, they act as modifiers of biologic response or as adaptogens, potentially enhancing the efficacy of the conventional therapies or reducing toxicity.
Their effectiveness may be increased when multiple agents are used in optimal combinations. New designs for trials to demonstrate activity in human subjects are required. Although controlled trials may be preferable, smaller studies with appropriate endpoints and surrogate markers for anti-angiogenic response could help to prioritize agents for larger, resource-intensive phase iii trials."
Zhou e.a. 04-2006: Effects of Ginkgo biloba Extract on Inflammatory Mediators (SOD, MDA, TNF-α, NF-κBp65, IL-6) in TNBS-Induced Colitis in Rats
Akiba e.a. 04-2004: The leaf extract of Ginkgo Biloba L. suppresses oxidized LDL-stimulated fibronectin production through an antioxidant action in rat mesangial cells
Ginkgo en Ginseng verlengen het leven en houden de spieren sterk Ergogenics 280808
Kotakadi e.a. 11-2008: Ginkgo biloba extract EGb 761 has anti-inflammatory properties and ameliorates colitis in mice by driving effector T cell apoptosis
Luo e.a. 09-2002: Inhibition of amyloid-β aggregation and caspase-3 activation by the Ginkgo biloba extract EGb761
Bate e.a. 05-2004: Ginkgolide B inhibits the neurotoxicity of prions or amyloid-β1-42
O'Brien e.a. 11-2008: zie hier Effect of the herbal extract combination Panax quinquefolium and Ginkgo biloba on attention-deficit hyperactivity disorder: a pilot study
The Biflavonoid Isoginkgetin Is a General Inhibitor of Pre-mRNA Splicing Lyon e.a. 05-2001

47 Bart van Veen: Cholesterol, verzadigde vetten en kokosolie: verzadigde vetten hoeven zo slecht niet te zijn
G Verheyen 2004: metabolisme en metabole regeling


48: Kelp als voorbeeld van vervuiling met zware metalen
Amster e.a. 01-07
To evaluate the extent of arsenic contamination in commercially available kelp, we analyzed nine samples randomly obtained from local health food stores. Eight of the nine samples showed detectable levels of arsenic higher than the Food and Drug Administration tolerance level of 0.5 to 2 ppm for certain food products. None of the supplements contained information regarding the possibility of contamination with arsenic or other heavy metals.


49 Negatieve effecten van statines:
Littarru GP, Langsjoen P. Coenzyme Q10 and statins: biochemical and clinical implications. Mitochondrion. 07-2007.
Passi S, Stancato A, Aleo E, et al. Statins lower plasma and lymphocyte ubiquinol/ubiquinone without affecting other antioxidants and PUFA. Biofactors. 2003;18
Langsjoen PH, Langsjoen AM. The clinical use of HMG CoA-reductase inhibitors and the associated depletion of coenzyme Q10. A review of animal and human publications. Biofactors. 2003
Mabuchi H, Higashikata T, Kawashiri M, Katsuda S, Mizuno M, Nohara A, Inazu A, Koizumi J, Kobayashi J. Reduction of serum ubiquinol-10 and ubiquinone-10 levels by atorvastatin in hypercholesterolemic patients. Journal of Atheroscler Thromb. 12-2005
Ghirlanda G, Oradei A, Manto A, et al. Evidence of plasma CoQ10-lowering effect by HMG-CoA reductase inhibitors: a double-blind, placebo-controlled study. J Clin Pharmacol.03-1993


50 Knoflook - uit gezondheid NU.nl (48):
"KNOFLOOK Goed voor hart, bloedvaten, de doorbloeding en onze afweer. Ook helpen de teentjes tegen virussen, bacteriën, schimmels en parasieten.
Op de site van Nature (het vakblad voor nutrionellegeneeskunde en fythotherapie) zijn diverse wetenschappelijke onderzoeken naar knoflook samengebracht.
De rode draad: knoflook stimuleert de activiteit van afweerstoffenen remt de groei van ontstekingsbevorderende stoffen.Het pakt daarbij zo’n beetje alle ziekteverwekkers aan en maakt de giftige stoffen die deze micro-organismen uitscheiden onschadelijk.
In sommige onderzoeken wordtde werking van knoflook direct vergeleken met antibiotica omdat de stof allicine uit knoflook bacteriën, virussen en schimmels onschadelijk kan maken. Desondanks blijft penicilline vele malen krachtiger.
GEBRUIK – Leef u uit met knoflook in de keuken. Eigenlijk kunnen we er niet genoeg van krijgen. Een goed knoflookextract (ook verkrijgbaar onder de Latijnse naam allium sativum) moet ongeveer 10 mg allicine bevatten. Hogere doses kunnen gedurende kortere perioden, bijvoorbeeld tijdensinfecties, worden toegepast; het liefst in overleg met apotheker of arts.
OPGEPAST – Bloedglucoseverlagende medicijnen (sulfo-nylurea) in combinatie met knoflookextract kan de bloedsuikerspiegel doen dalen. Ook kan knoflookextract in theorie de werking van statines (cholesterolverlagende medicatie)en ACE-remmers (hoge bloeddruk medicatie) versterken.
In dat geval wordt het gebruik van hoge doses knoflookextract afgeraden. Neem liever ook geen knoflookextract voor en vlak na een operatie en combineer het nooit met antistollingsmedicatie (knoflookextract vertraagt de bloedstolling).
Soms leidt het gebruik van knoflookextracten (vooral in hoge doseringen) tot misselijkheid, duizeligheid, maagklachten of irritatie van de slijmvliezen in het maagdarmkanaal. Verlaging van de dosis kan dat verhelpen."


51
Over Curcuma, Kerrie, flavonolen, thee en gezondheid
G. Duthie 2006
Girdani e.a. 2005 :Potential of radiosensitizing agents in cancer chemo-radiotherapy
Khor e.a. 2006: Combined Inhibitory Effects of Curcumin and Phenethyl Isothiocyanate on the Growth of Human PC-3 Prostate Xenografts in Immunodeficient Mice
International Conference on Diet, Nutrition, and Cancer 2009
C D Davis 2007: Nutritional Interactions: Credentialing of Molecular Targets for Cancer Prevention
The Free Library 0409: Quercetin: enhanced antioxidant protection against heart disease, cancer, allergies, and more
Good Health 2005
overzicht van een aantal onderzoeken naar natuurlijke stoffen in thee en kruiden die helpen tegen kanker
Curcuma helpt tegen overgewicht
Pten en arachidon/linoleenzuur: borstkanker en longkanker
voorkomen (o.a. door 'natural killer' cellen)
de rol van retenoides bij (huid)onstekingsprocessen
(retenoides worden beinvloed door o.a. arachidonzuur en Vitamine A)
Yang e.a. 2008: Natural compounds with proteasome inhibitory activity for cancer prevention and treatment
Hari Krishnan Nair e.a. 2004: Inhibition of Prostate Cancer Cell Colony Formation by the Flavonoid Quercetin Correlates with Modulation of Specific Regulatory Genes


52 Yoshihiro Shidoji and Hiroko Ogawa 2004, Natural occurrence of cancer preventive geranylgeranoic acid in medicinal herbs.



De door Shidoji en Ogawa onderzochte kruiden zijn geselecteerd, omdat ze al eeuwenlang als medicinale kruiden gebruikt worden in de natuurgeneeskunde.
Alle GEDROOGDE onderzochte kruiden bevatten kankerbestrijdend CGA, dat ook invloed heeft op bijv. het cholesterolgehalte. Het drogingsproces zorgt ervoor, dat de plant/vrucht als reactie CGA produceert.
Omdat bijna alle onderzochte gedroogde kruiden deze stof aanmaken, lijkt het aannemelijk, dat CGA in nog veel meer gedroogde producten voorkomt !
Er zijn wel flinke verschillen in CGA gehalte:
Met name Kukuma (geelwortel), Schisandra, Zoethout, Kruisbes, Picorhiza Kurroa, Kornoeljebes, Rabarber, Nieskruid, Mirre, Rozebottel, Artisjok en ook Kaneel bevatten hoge gehaltes.

53 Debal Deb, 21-09-2009, Nature online

The critics' claim that EU regulation on GMOs is "fuelled by bad science and ideological opposition" betrays the critics' own ideological position and scientific hubris. Quite a few peer-reviewed papers have been publiched in peer-reviewed journals, based on rigorous methodlogy and long-term field data, which unamiguously show adverse impacts of GM crops on biodiversity (for example, Bohan et al. 2005, Proc. Royal Soc. B 272, 463–474). Critics who are so earnest about "good science" are surprisingly silent about such publications. They never write letters to policy makers suggesting immediate ban of herbicide tolerant GM crops in all countries.
Similarly, Saxena's work on the significant larvicidal effect of Bt-root exudates from Bt corn hybrids, representing three transformation events (Bt11, MON810, and 176) and evaluated in both in vitro and field studies (Saxena D., S. Flores, and G. Stotzky 2002, Soil Biology & Biochemistry 34, 133-137) is neither cited nor noticed by these self-righteous critiques. A number of excellent studies (cited in Séralini et al. (2009, Int. J. Biol. Sci. 5: 438-443) are fated to disappear from the view of policy makers and the public through the "conspiracy of silence".
Contrariwise, when a truly bad paper, reporting absurd findings, was published in a reputed journal like Science, the responsibility and righteosuness of these same critiques, like the Pharaoh's horses behind Moses, sank into the deep sea. This particular study (Qaim, M., & Zilberman, D. 2003, Science 299, 900-902) found up to 83% yield increase in Bt cotton, based on farmer interviews and "trial records" supplied by Mahyco-Monsanto – the company who conducted those putative trials, and obviously had stake in such publications. Moreover, the study did not consider the confounding effects of late (by 2 months) sowing of the crop, and of better water supply to the Bt-cotton fields compared to the non-Bt varieties. When GM crops are promoted at the expense of scientific rigor and sensibility, the whistle blowers cannot find their whistles, or else are out of their breath to blow the whistles.
What surprises me most is the critics' evasion of the fact that Bt toxin is a known insecticide, and biotechnologists have chosen this toxin for incorporation into crop plant precisely for that purpose. However, whenever a study shows a toxic effect on non-target insects, it is immediately branded as "bad science". It requires little understanding of insect physiology to surmise that continuous flux of the insecticidal toxin from a Bt-plant source into the soil and run-off water is likely to eliminate at least some non-target insects. One may argue about the exact extent of mortality of this or that species, but the lethal effect of Bt toxin on non-target insects is well established (see Hilbeck, A. and J.E.U. Schmidt 2006, Biopestic. Int. 2 (1): 1-50). The effect is certain when insect predators and parasitoids consume "Bt-susceptible and sublethally-damaged herbivores" (J., M. Meissle & F. Bigler 2006, Nature Biotechnology 24: 63 – 71). Do the critics perceive any policy implication of these findings?
Debal Deb
Centre for Interdisciplinary Studies, Barrackpore, India. (Current address: Energy & Resources Group, Uinviersity of California- Berkeley)
debaldeb@wildmail.com

54
Food For Thought, Research On Plant Compound May Help Prevent Nerve-Cell Loss In The Brain (Booze 2010)
Liquiritigenin inhibits Aß25–35-induced neurotoxicity and secretion of Aß1–40 in rat hippocampal neurons (Liu e.a.2009)
Inhibition of hepatoma 22 tumor by Liquiritigenin (Zhou e.a. 2010)
Liquiritigenin induces mitochondria-mediated apoptosis via cytochrome c release and caspases activation in heLa Cells (Liu e.a. 2010)
Isoliquiritigenin, a flavonoid from licorice, relaxes guinea-pig tracheal smooth muscle in vitro and in vivo: Role of cGMP/PKG pathway (Liu e.a. 2008)
Liquiritigenin, a licorice flavonoid, helps mice resist disseminated candidiasis due to Candida albicans by Th1 immune response, whereas liquiritin, its glycoside form, does not (Lee e.a. 2009)
scientific information about 'Liquiritigenin'

Cat's Claw

TOP/FOP- blokkerering van verschillende kankercellen door twee verschillende extracten van Uncaria tomentosa (Diaz e.a. 2010).

Extr Cell line 0/DMSO 1 μg/ml 10 μg/ml 50 μg/ml 100 μg/ml 200 μg/ml 300 μg/ml
B/W37 HeLa 1.0 0.9 1.0 0.8 1.0 0.7
HCT116 1.0 1.2 1.1 0.9 0.8 0.4
SW480 1.0 0.9 1.4 2.1 1.3 1.1

B/Srt HeLa 1.0 1.4 1.2 1.2 1.1 0.0
HCT116 1.0 0.8 0.8 1.1 0.4 0.0
SW480 1.0 0.8 2.2 0.2 0.4 0.0
293T 1.0 1.3 1.3 0.7 0.3 0.0

56 High Fructose Corn Syrup (HFCS) (Food Politics 2011)
'HFCS has about the same amount of fructose as table sugar'.
Wrong!
As you read this, please grab a calculator and follow along.
When HFCS was first developed, it was an expensive process and the CRA had to find the minimum amount of fructose that would be as sweet as the gold standard, sucrose. That formula was HFCS-42. (42% fructose:58% glucose). This makes sense, that less than 50% fructose in a fructose-glucose mixture would be as sweet as 50% fructose in a bound molecule. (Bakers and candymakers have long known that heat or acid treatment of sucrose splits the molecule unleashing fructose’s full sweetening power.) For whatever reason— production problems, cost saving for food manufactures, HFCS-42 was not the formula that was shipped to Big Soda in 1984 when they made their switch to HFCS. The formula was HFCS-55. (55%fructose: 45% glucose.) Have your calculator handy? Divide 55/42= 1.309. That means the CRA boosted the fructose 30% past the sucrose sweetness level to make HFCS-55.

Most people look at HFCS-55 and say, hmmm. 55% fructose compared to 50% fructose in table sugar. That’s easy, it’s 55/50= 1.1 or a 10% difference.
But that’s not what your body “sees”. The problem arises when you realize that in any two component solution when you increase one component , by definition, you must decrease the other. You can only have 100% total. When you ingest HFCS:55, your liver sees 55%fructose:45% glucose which is 55/45 = 22% more fructose than glucose in every soda you drink.

Last year, a USC lab collected samples of soda, both fountain and bottled, and had them analyzed for fructose content. (I believe you commented on this research ) They also threw in a Coke from Mexico. Some samples of bottled national brand soda had 65% fructose. The Mexican Coke came in close to the mark at 48% fructose. This survey came from a peer reviewed paper, not a court of law; however, if kids in LA are drinking HFCS-65. Please grab your calculator again. They are drinking 65/50= 30% more fructose than found in table sugar, and since HFCS-65 is 65% fructose: 35% glucose, their liver is “seeing” 85% more fructose than glucose.

Cornsweet90, an ADM product, is used for sweetening low cal foods and beverages. The fructose content in Cornsweet90 = 90% fructose:10% glucose.

It would appear that the CRA has monkeyed around with the HFCS formula with callous disregard for public health.
Since HFCS is only a blend of fructose and glucose, the CRA can manipulate the ratio any way they desire.The ingredient HFCS is a black box. As a consumer I am guaranteed of nothing. If the name morphs into “corn sugar”, it is worse. I
won’t know if that means… corn syrup, corn syrup solids, HFCS-42, HFCS-55,
HFCS-65, HFCS-90…..

57 Ernesto Spruyt ontrafelt de kritiek op het rapport van Sarilini over de schadelijkheid van GMO voeding. (uit Foodlog)

.... "Jij bent kennelijk van mening dat GMO geen onbedoelde (negatieve) gezondheidseffecten heeft, althans niet waar we ons druk over hoeven maken. Ik heb in deze draad proberen te laten zien dat er een berg aanwijzingen is dat die negatieve effecten er wel zijn. Je haalde in deze draad een artikel aan (#33) dat je een 'goede analyse' vindt, waarvan de strekking is dat de conclusies van het Seralini onderzoek ongefundeerd zijn. Laat ik dan voor de volledigheid nog ingaan op de belangrijkste kritiekpunten in dat en andere artikelen:

- de gekozen rattensoort krijgt snel tumoren
dat klopt. voor deze soort is gekozen omdat dit ook de soort is die Monsanto in de 90dagen studie gebruikt heeft die tot goedkeuring leidde. hierin was al vast te stellen dat de GMO-ratten lever en nier stoornissen ontwikkelden. de Seralini studie beoogde onder andere te onderzoeken hoe deze stoornissen zich zouden ontwikkelen verder in de levensduur (een 90 dagen rat is jongvolwassen). als deze rattensoort niet geschikt zou zijn kan er een hele berg onderzoek van Monsanto ook in de prullenbak.

- een statistical 'fishing trip'
deze term werd gebruikt door ene meneer Sanders in je artikel van #33. Volgens de auteurs zelf is de gebruikte methode prima en ook is hij goed bevonden door de peer review van het verder algemeen geaccepteerde tijdschrift waarin gepubliceerd is. Meneer Sanders is bekend in de media doordat hij jarenlang de publieke lobby voor aspartaam op zich nam namens Nutrasweet (toen eigendom van Monsanto). Het is maar wie je wil geloven.

- de sample size voldoet niet, de duur van de studie is niet bijzonder, de resultaten gelden niet voor alle samples.
Zijn link met Monsanto verklaart wellicht ook waarom deze Sanders de feiten lichtelijk tot zwaar in zijn voordeel verdraait. De sample size voor dit soort toxicologische studies is conform de OECD norm waar hij zelf naar verwijst en hetzelfde als bij de eerdergenoemde Monsanto studie. De Seralini studie is uitgebreider dan alle andere beschikbare studies in termen van duur, onderzochte factoren en aantal ratten.

De indruk wordt gewekt dat er misschien helemaal geen waarneembaar effect was en dat de resultaten statistisch gegoochel zijn. Dat is gewoon niet waar. De GMO ratten waren significant slechter af dan de controlegroepen. En niet een klein beetje, maar tientallen procenten. En met slechter af bedoel ik: meer sprake van vaker, sneller en significant grotere tumoren; eerder overlijden en nog een keur aan andere afwijkingen waaronder aan nieren en lever.

Ik vind het onbegrijpelijk en ook niet fair om dit af te doen als 'angst voor het onbekende'. Sterker nog, ik vind het onverantwoordelijk!

- de effecten waren bij verschillende dosis vergelijkbaar. dat kan toch niet?
het is helemaal niet ongebruikelijk dat bij hormoongerelateerde toxiciteit a-lineaire effecten optreden.

- er zijn geen data bijgeleverd over de hoeveelheden voeding
navraag leert dat alle ratten dezelfde hoeveelheid voeding en water kregen. de hoogste round up dosis groep was de enige groep die minder dronk, maar dat kan prima te maken hebben met het gifgehalte in het water. in plaats van hysterisch te roepen dat deze gegevens niet aanwezig waren, hadden de criticasters die ook gewoon even op kunnen vragen.


Met andere woorden, deze studie is een goed onderbouwde bevestiging van tal van eerdere onderzoeken en aanwijzingen dat de huidige op de markt zijnde GMO-gewassen, in het bijzonder GMO-mais, niet geschikt zijn voor consumptie. En als je mij wilt overtuigen van het tegendeel (wat je volgens mij bij deze opgegeven hebt) dan zul je hier INHOUDELIJK op in moeten gaan.

Je vertelt me uiteraard niets nieuws als je beschrijft wat er bij veredeling en GMO in grote lijnen in de plant gebeurt. je drogredenering is dat omdat bepaalde aspecten voorspelbaar zijn, alles dat is. interessanter is hoe die plant door ratten/mensen gemetaboliseerd wordt. Ik vermoed dat je daar minder verstand van hebt. In dat geval: hoe ver de wetenschap hier in is staat zeer helder omschreven in het boek Genetic Roulette van Jeffrey Smith. Echt een aanrader."